donderdag 31 juli 2014

Tweemaal het schip in

Jacoba Hendrika van den Born (* Ede, 13 oktober 1901), dochter van Gerrit Jan van den Born (1875-1963) en Jacomina Johanna Gossink (1880-1960), trouwt al op haar 19e op 25 augustus 1921 in Amsterdam met de (veel oudere) kapper Hendrik van der Bend (* Amsterdam, 11 april 1891), zoon van Hendrik van der Bend en Johanna Hendrika Pfersich.
Op het oog een gewoon huwelijk tussen een wat jongere bruid en een wat oudere bruidegom, waarbij de ouders van de bruid niet naar Amsterdam komen, maar hun toestemming per notariële akte geven.


Huwelijksakte Van der Bend - Van den Born (1921)
Het geluk is echter blijkbaar van korte duur: op 15 december 1922, dus nog geen anderhalf jaar na de huwelijksdag, wordt bij vonnis van de rechtbank van Amsterdam de echtscheiding uitgesproken. Aangezien Hendrik niet op de zitting verschijnt, zal het Jacoba zijn die de scheiding heeft ingezet. De scheiding wordt op 27 maart 1923 ingeschreven in het Echtscheidingsregister.

Ook nu lijkt dit nog altijd een - iets minder - gewoon verhaal van een jongere vrouw die met een oudere man trouwt, maar daar na verloop van tijd genoeg van krijgt en gaat scheiden, Jammer, maar zulke dingen gebeuren nu eenmaal.

Als genealoog verbaasde ik me alleen over de kinderen, die - getuige de achternaam Van der Bend - uit dit huwelijk waren voortgekomen. Te oordelen aan de geboortedatum waren de ouders echter toen al lang en breed gescheiden!

De oplossing bleek even later, toen ik opnieuw een huwelijksinschrijving tegenkwam van ditzelfde echtpaar. Even dacht ik nog dat er in WieWasWie blijkbaar een fout in de data was geslopen, maar niets bleek minder waar: na echtscheiding besloten Hendrik en Jacoba opnieuw te trouwen. Blijkbaar heeft Hendrik zijn ex-vrouw kunnen overhalen hem nog een kans te geven, of misschien kreeg Jacoba zelf wel spijt. Eind van het liedje was in elk geval dat de twee op 25 november 1925 opnieuw in het huwelijk traden.


Huwelijk Van der Bend - Van den Born (1925)
Mogelijk vond dit huwelijk zelfs wat later plaats dan gewenst, want Jacoba had, hoewel ze meerderjarig was, maar echter nog geen dertig, nog steeds de toestemming van haar ouders nodig en deze weigerden die te geven.
Jacoba heeft de toestemming bij de rechter moeten afdwingen, waarbij haar ouders niet ter zitting kwamen opdagen.


De ouders van Jacoba komen niet opdagen
Daardoor stond niets een tweede huwelijk in de weg. Wel diende er het een en ander aan papierwinkel te worden aangeleverd, onder andere de echtscheidingsakte.


Echtscheidingsakte

Papierwinkel (overzicht)
Eind goed, al goed bij deze tweede stap in het huwelijksbootje?

Een tijd lang wel. Maar zoals op de tweede huwelijksakte al te lezen is, ging het uiteindelijk opnieuw mis, zij het pas bijna 25 jaar en vier kinderen (1921, 1926, 1927 en 1929) later.
Op 19 februari 1948 sprak de rechtbank in Den Haag opnieuw een echtscheiding uit, die pas op 2 juni 1949 in de Amsterdamse registers werd bijgeschreven.

Tweemaal samen in het huwelijksbootje, toch ook tweemaal het schip in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten