woensdag 19 juli 2023

Op zoek naar Jannetje Prijs (KWS 987)

Lange tijd was mij van de echtgenote van Anthonij Egbertsz Vreekenhorst (1712-1789, zoon van Egbert Vreekenhorst en Annigje van Alewijck) uitsluitend de naam bekend: Jannetje Prijs. Zelfs de achternaam was niet zeker: af en toe wordt ook Parijs gebruikt. Zonder patroniem, geboorteplaats of zinvolle trouw- of doopgetuigen bij de kinderen was het niet mogelijk om meer over haar afkomst te weten te komen.

Dat ik desondanks toch weer een paar stappen verder kwam, vindt zijn oorsprong in het nog eens goed kijken naar de kinderen van Jannetje en Anthonij (allen gedoopt te Veenendaal):
Gerrit 30-11-1748
Gerrit 22-3-1750
Cristijntje 19-6-1751
Gerrit 7-10-1753
Kornelia 2-11-1755
Antonia 29-1-1758
Kaatje en Jannigje, tweeling, 8-11-1761
Hierbij komt wel heel vaak een Gerrit voor, terwijl een Egbert ontbreekt. De vader van Jannetje moest dus wel Gerrit heten.

Na wat speurwerk vond ik de doop van Jannetje in Ravenswaaij en ook de doopinschrijvingen van haar ouders (helaas niet de trouwinschrijving). Van haar grootouders vond ik juist alleen de trouwinschrijvingen.

Doopinschrijving van Jannetje Gerrits Prijs

Gedurende deze speurtocht kwam ik ook een "verhaal" op het spoor, namelijk dat van Jannetje's tante: Annetje's jongere zus Trijntje Stevens van Scherpenseel. 
Blijkbaar wilde Trijntje "niet deugen": op 26-5-1712 laat ze te Wijk bij Duurstede een dochter Cornelia dopen, "in onegt". Een mogelijkheid is dat Trijntje "uit voorzorg" bij haar oudere zus in huis werd geplaatst: op 22-1-1719 krijgt "Trijntje Stevens van Scherpenseel tot Wijk" namelijk "sijnde ongetrout" te Ravenswaaij een dochter Jannigje (wel keurig vernoemd naar haar moeder), van wie de vader is "Anthonij Janse Splint, timmerman tot Amsterdam. Er is inderdaad een Antonie Splint, getrouwd met Jannetje Jans, die in Amsterdam op 8-5-1663 een zoon Joannes laat dopen; er is overigens ook een Antonij Splinetrs, getrouwd met Maria Huijbers, die in Amsterdam op 12-5-1673 een dochter Henrickje laat dopen. Doopgetuige is Cornelia Stevense van Scherpenseel, "op 't versoek van D. Schutter". ds. Aegidius Schutter was predikant te Wijk bij Duurstede van 20-5-1694 tot zijn dood op 19-11-1738.
Op 29-3-1723 is het opnieuw "raak": nu wordt - eveneens in onegt - zoon Steven gedoopt. Er staat bij "extract gegeven den 9 october 1762".
Op 18-8-1726 (geboren 11-8-1726) wordt (weer te Ravenswaaij) Johannes gedoopt, zoon van Trijntje Stevense (getuige Cornelia Stevense) en "Klaes Wulffertssen, wonend tot Amsterdam". Er is inderdaad een Claas Wolferts, getrouwd met Catarina Ledekerk, die in 1697, 1700 en 1701 kinderen laat dopen.
Het gaat nu helaas van kwaad tot erger. Hendrik, te Ravenswaaij gedoopt op 30-5-1728 (getuige opnieuw Cornelia Stevense) heeft mogelijk Trijntje's zwager Gerrit Prijs als vader: "de moeder heeft in den noot geen vader genoemt, die men meent Gerrit Prijs te zijn".
Bij Anthonij, geboren 4-5-1730 en gedoopt 29-5-1730, staat vermeld: "de moeder heeft in den noot geen vader genoemd, doch bekent is dat het is Gerrit Prijs".
Mogelijk woonde Trijntje tijdens haar zwangerschappen bij haar oudere zus Annetje in huis, waarop Gerrit Prijs na verloop van tijd de jongste zus interessanter vond dan de oudste. Maar gezien het feit dat al Trijntje's kinderen buitenechtelijk zijn, kan het initiatief ook heel goed van haar zijn uitgegaan.
Onduidelijk is wie Cornelia Stevense van Scherpenseel is. Gezien haar naam zou ze een zus van Trijntje en Annetje kunnen zijn, maar even goed kan het gaan om Trijntje's dochter. Het feit dat juist zij op verzoek van de predikant in 1719 optreedt als doopgetuige, kan de bedoeling hebben gehad om haar moeder tot inkeer te brengen. Tevergeefs, zo zou blijken.

Ook bij de voorouders van Jannetje's echtgenoot Anthonij vond ik de nodige nieuwe gegevens. Het meest belangrijke is daarbij de afkomst van Chrijstine Godron, naar wie Antonij en Jannetje's dochter Cristijntje waarschijnlijk vernoemd is.

Kwartierstaat van Jannigje Gerrits Prijs (Parijs)

Generatie 1 (proband)

1 Jannigje Gerrits Prijs (Parijs). Zij is gedoopt op 27-08-1719 in Ravenswaaij. Jannigje is overleden. Jannigje trouwde, 28 jaar oud, op 05-05-1748 in Veenendaal met Anthonij Egbertsz Vreekenhorst, 36 jaar oud, nadat zij op 14-04-1748 in Veenendaal in ondertrouw zijn gegaan. Anthonij is een zoon van Egbert Hendricksz van Vreeckenhorst en Annigje Gerrits van Aelwijck (Allewijk). Hij is gedoopt op 24-01-1712 in Veenendaal. Anthonij is overleden in 1789, 76 of 77 jaar oud.

Generatie 2 (ouders)

2 Gerrit Hendriksz Prijs. Hij is gedoopt op 06-09-1691 in Wijk bij Duurstede. Gerrit is overleden.
Hij trouwde, ten hoogste 28 jaar oud, vóór 1719 met de ten hoogste 35-jarige
3 Annetje Stevens Van Scherpenseel, geboren in Wijk bij Duurstede. Zij is gedoopt op 07-12-1684 in Driebergen. Annetje is overleden.

Generatie 3 (grootouders)

4 Hendrik Gerritsz Prijs, geboren in 1660 in Maurik. Hendrik is overleden.
Hij ging in ondertrouw, 27 of 28 jaar oud, op 01-09-1688 in Wijk bij Duurstede met de 22 of 23-jarige
5 Nelligje Huiberts Van Schaick, geboren in 1665 in Wijk bij Duurstede. Nelligje is overleden.
6 Steven Jansen Van Scherpenseel, geboren in 1650 in Scherpenzeel. Steven is overleden.
Hij ging in ondertrouw, 32 of 33 jaar oud, op 11-11-1683 in Driebergen met
7 Jannigje Gerrits. Jannigje is overleden. 

===   ***   ===   ***   ===   ***   ===   ***   ===   ***   ===   ***   === 

Kwartierstaat van Anthonij Egbertsz Vreekenhorst

Generatie 1 (proband)

1 Anthonij Egbertsz Vreekenhorst. Hij is gedoopt op 24-01-1712 in Veenendaal. Anthonij is overleden in 1789, 76 of 77 jaar oud. Anthonij trouwde, 36 jaar oud, op 05-05-1748 in Veenendaal met Jannigje Gerrits Prijs (Parijs), 28 jaar oud, nadat zij op 14-04-1748 in Veenendaal in ondertrouw zijn gegaan. Jannigje is geboren op 23-08-1719 in Ravenswaaij, dochter van Gerrit Hendriksz Prijs en Annetje Stevens Van Scherpenseel. Zij is gedoopt op 27-08-1719 in Ravenswaaij. Jannigje is overleden.

Generatie 2 (ouders)

2 Egbert Hendricksz van Vreeckenhorst, geboren in 1677 in Veenendaal. Egbert is overleden.
Hij trouwde, 23 of 24 jaar oud, op 13-03-1701 in Veenendaal met de 26-jarige Annigje Gerrits van Aelwijck (Allewijk). Egbert en Annigje gingen op 27-02-1701 in Veenendaal in ondertrouw.
3 Annigje Gerrits van Aelwijck (Allewijk). Zij is gedoopt op 10-06-1674 in Utrecht (Dom). Annigje is overleden vóór 18-06-1719, ten hoogste 45 jaar oud.

Generatie 3 (grootouders)

4 Hendrick Jansz van Vreeckenhorst, geboren in 1650 in Veenendaal. Hendrick is overleden.
Hij trouwde, 25 of 26 jaar oud, op 23-01-1676 in Veenendaal met de 25 of 26-jarige Geertge Egberts van Emmenes. Hendrick en Geertge gingen op 02-01-1676 in Veenendaal in ondertrouw.
5 Geertge Egberts van Emmenes, geboren in 1650 in Veenendaal. Geertge is overleden.
6 Gerrit (Gerard) Hermansz van Aelwijck, geboren vóór 1641 in Rhenen. Gerrit is overleden vóór 02-09-1726.
Hij trouwde, minstens 32 jaar oud, op 19-08-1673 in Utrecht met de 22 of 23-jarige Christina Klaasse Godron. Gerrit en Christina gingen op 03-08-1673 in Utrecht in ondertrouw.
7 Christina Klaasse Godron, geboren in 1650 in Utrecht. Christina is overleden.

Generatie 4 (overgrootouders)

12 Herman Jerphaasz Van Aelwijck. Herman is overleden.
Hij trouwde met
13 ? [Gerrits?].
14 Nicolas Godron (Gandron, Goderon), genoemt La Force. Nicolas is overleden. Hij is begraven op 26-01-1688 in Utrecht.
Hij ging in ondertrouw op 15-03-1635 in Utrecht met de 19 of 20-jarige
15 Antonetta Crellius (Crollius, Krelis), geboren in 1615 in Dordrecht. Antonetta is overleden, 83 of 84 jaar oud. Zij is begraven op 22-01-1699 in Utrecht.

Witte vlekken in de kwartierstaat (578/1156-1157)

De herkomst van Arie Cornelisz Swartenbol (Hardenbol) is vooralsnog onbekend, ook omdat de RK DTB-registers van Cabauw via internet alleen via fiche te doorzoeken zijn. Mogelijk zijn ze ook niet compleet, aangezien er waarschijnlijk twee zonen van Arie en zijn vrouw Anna Egberts Alblas wel in het Trouwregister van Cabauw voorkomen, maar niet in het Doopregister.

Persoonskaart van Arie Cornelisz Hardenbol (Swartebol)

Arie Cornelisz Hardenbol (Swartebol) is geboren rond 1685, zoon van Cornelis Hardenbol.
Notitie bij Arie: 
[Zie Ons Voorgeslacht nr. 593/595]
Arie trouwde, 30 of 31 jaar oud, op dinsdag 2 juni 1716 in Cabauw [bron: DTB Cabauw dopen index H-Ko 1679-1811 [Family Search, p. 1144/1672]] met Anna Egberts Alblas (afb. 1), 33 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Arie en Anna: 
Kinderen:
- Cornelius (~5-7-1717, getuige Annigje Rijken) (in 1752 getrouwd: SWARTEBOL Cornelis Arense, en Maeje Willemse Buys, tr. 17-4-1747, get. Gerardus Buys en Joannes Swartebol. Laat de volgende kinderen dopen: Cornelia 17-10-1747, Anna 22-9-1748 (getuige Anna Egberts Alblas), Joannes 7-7-1750 (getuige Adriana Swartebol))
- Adriana (~23-4-1722, getuige Merrigje Pancken) Merrigje is de 2e vrouw van Egbert Alblas
(Egbert? Er is een trouwvelmelding uit Cabauw van SWARTENBOL Egbertus Arense, en Bailje Jansse de Jongh, tr. 20-1-1744, get. Inginje Jans en Jan Cornelisse Burger)
(Joannes? Johannes Swartebol is getuige bij het hwelijk van Cornelis Swartebol, dus mogelijk zijn het broers: SWARTENBOL Joannes, en Joanna (Anna) Hoogendoorn, tr. 1-5-1752, get. Hendrica Panke en Maria Wees. Laat de volgende kinderen dopen: Joannes 14-11-1753, Anna 6-2-1755, Anna 13-2-1756, Joannes 10-2-1758, Anna 2-7-1760, Anna 18-11-1761)
Anna is een dochter van Egbert Bastiaansz (Alblas) en Dirckje Jans Bataet (de Wael). Zij is gedoopt op dinsdag 9 maart 1683 in Cabauw [bron: DTB Cabauw dopen RK index 1679-1811 [Family Search, p. 46/1672]].
Notitie bij de geboorte van Anna: 
Volgens [http://www.den-uijl.nl/genealogy/2/47246.htm] en volgens de fiches DTB Index gedoopt te Cabauw op 9 maart 1683 (getuige Annigje Bataet).
Aangezien Egbert en Anna pas in 1687 zijn getrouwd, moet dit wel 9 maart 1688 zijn. Op 27-4-1688 wordt echter dochter Elisabeth gedoopt. Uiteraard is 9-3-1693 ook mogelijk.

Kind van Arie en Anna:
1 Ariaantje Arents Hardenbol (Swartenbol), geboren in Jaarsveld. Zij is gedoopt op donderdag 23 april 1722 in Cabauw [bron: DTB Cabauw dopen RK index 1679-1811 [Family Search, p. 1145/1672]].
Notitie bij de geboorte van Ariaantje: Getuige: Merrigje Paneken
Ariaantje is overleden vóór vrijdag 13 april 1798 in Maasland, ten hoogste 75 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op vrijdag 13 april 1798 [bron: DTB Maasland begraven impost 1792-1802 [Nationaal Archief, p. 35/96]]. Zij is begraven op vrijdag 13 april 1798 in Maasland [bron: DTB Maasland register begravenen 1735-1812 [Nationaal Archief, p. 39/47]].
Notitie bij overlijden van Ariaantje: "13e April Ik ondergesz: aangeeving doende van het lijk van Adriana Zwartebol verklaare t zelve niet te gehooren tot een der classen dus memorie
[Cornelis van der Burg]"
Ariaantje trouwde, 23 jaar oud, op zondag 7 november 1745 in Willige Langerak [bron: DTB Willige Langerak trouwen 1729-1811 index [Family Search, p. 498/610]] met Paulus (Pouwlis) Tijsz van Buuren, 25 jaar oud, nadat zij op vrijdag 22 oktober 1745 in Willige Langerak in ondertrouw zijn gegaan [bron: DTB Willige Langerak trouwen 1729-1811 index [Family Search, p. 498/610]].
Notitie bij het huwelijk van Ariaantje en Paulus: Kinderen:
25-6-1747 Matthijs (gedoopt te Lopik) [vernoemd naar vader van Paulus]
1-12-1749 Egbert (gedoopt te Cabauw) [vernoemd naar grootvader moederszijde van Ariaantje]
27-8-1752 Anna (gedoopt te Cabauw) [vernoemd naar moeder van Ariaantje]
15-9-1754 Cornelis (gedoopt te Cabauw, getuige Joannes Swartebol) [vernoemd naar overgootvader moederszijde van Ariaantje]
12-9-1756 Cornelia (gedoopt Kethel) [vernoemd naar moeder van Paulus]
5-1-1760 Maartje (gedoopt te Kethel) [vernoeming onbekend, mogelijk naar echtgenote Cornelis Swartebol?]
30-8-1761 Bastiaan (gedoopt te Kethel) [vernoemd naar grootvader van Paulus]
8-4-1763 Arie (gedoopt te Kethel) [vernoemd naar grootvader vaderszijde van Ariaantje]
Paulus is een zoon van Tijs Ariens (Bastiaans) van Buuren en Cornelia Paulusdr van Eikelen(boom). Hij is gedoopt op zondag 7 april 1720 in Leerdam [bron: DTB Leerdam dopen 1718-1738 [Nationaal Archief, p. 8/48]].
Notitie bij de geboorte van Paulus: "Paulus, soon van Thijs Areinse van Buren en Cornelia Paulussen van Eikelenboom"
Paulus is overleden op zaterdag 10 februari 1787 in Kethel, 66 jaar oud. Hij is begraven op dinsdag 13 februari 1787 in Kethel.
Notitie bij overlijden van Paulus: [Begraafboek Kethel in Archief Schiedam]
Notitie bij Paulus: "gekomen op 3-4-1752 van Lopik(erkapel)"

Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:

30 of 31    Trouwde met Anna Egberts Alblas (02-06-1716)
36 of 37    Dochter Ariaantje Arents gedoopt (23-04-1722)
(Geen overlijdens- of lijkbezorgingsjaar: overzicht afgebroken bij doop laatste kind)

woensdag 12 juli 2023

De kwartierstaat: opnieuw onderweg iets bijgeleerd

Zomertijd, kwartierstaat-tijd. In mei van dit jaar wees een anonieme bijdrager aan dit blog mij er op dat ik Hendrik [Klaasse] van Meerten onterecht liet afstammen van Klaas Jansen van Meerten en Willemke Cornelissen van Ingen. Uit een akte zou blijken dat de juiste ouders Peter Jacobsz van Meerten en Jantje van Lienden zijn.
Via de (zeer uitgebreide) website van Jan van Meerten (https://oorsprong.info/genealogie-van-meerten/) heb ik de bewuste akte inmiddels gevonden - en veel meer dan dat. Er is namelijk een tweede akte die in dit verband nog belangrijker is.

Om te beginnen de kinderen van Hendrik van Meerten en Adriana van de Peppel, die ik tot vandaag had gevonden en waarop ik later nog uitgebreid zal terugkomen:
- Klaas (plm 1764)
- Cornelis (plm 1768)
- Adriana (Buren 9-8-1772, getuige: Johanna Christina Brissen, [hv] van Antonij de Grauw); Adriana ondertrouwt Ommeren 1-8-1794 met de predikant Johannes Brands. Ze krijgen 4 kinderen.
- Jantje (Ingen <26-9-1775, overlijdt Lienden 26-9-1839 op 64-jarige leeftijd)
- Annike (Buren 12-1-1777, getuigen Klaas van de Peppel en Annitje van de Weert)
- Anna (Annike) Willemina (Buren 27-2-1780, getuige Geertruij van de Peppel)

Dan de eerste akte:
De gezamentlijke erfgenaamen van wijlen Peter van Meerten en Jantje van Lienden echteluijden, met namen Bart van Meerten en Anna Margrieta Humars echteluijden, Jacob van Meerten en Margrieta van Brink echteluijden, Willem van Merkesteijn en Adriaantje van Meerten meede echteluijden, hebben, de vrouwen cum tutore, gecedeert ende getransporteert aan ende ten erffelijke behoeve van Hendrik van Meerten haaren broeders en Adriaantje van de Peppel echteluijden zeker huijs, hof en het boomgaartje daar annex, zijnde groot in zijn bepaaling ongeveer een half hont, staande ende geleegen in het dorp van Ingen oost en noorden oost en noorden de gemeene straat, west Dirk van Hoeven en zuijden de weduwe van Gerrit van der Horst ofte wie etc., bekennende de transportanten van de koopspenningen ad driehondert guldens voldaan ende betaalt te zijn met belofte van vrijing en whaaring, zijnde het voornoemde goed alleen belast met de onderhouding van het ordinaire zandpad als van ouds, vermoogens transport van den 10e julij 1762 geschreeven op een zegel van 24 stuijvers en door de transportanten en geërfde getuijgen beteekent. Geregistreert den 14e maij 1764.
#Solvit den 40e penning met seven gulden tien struijvers op den 5e julij 1762.#
Bron: Osenvorenreeks, Nummer A219 (juli 1997), Protocol van Bezwaar kerspel Ingen, Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv. 235, 1739-1791 (3e deel 1756-1764), blz. 41.
[https://oorsprong.info/overname-van-huis-hof-en-boomgaard-door-hendrik-van-meerten-en-adriaantje-van-de-peppel-in-protocol-van-bezwaar-kerspel-ingen/]

Een akte die hierbij hoort is deze:
De gezamentlijke erfgenamen van wijlen Peter van Meerten en Jantje van Lienden in leeven echteluijden, met namen Bart van Meerten en Anna Margrieta Humars echteluijden, Jacob van Meerten en Margrita van Brink echteluijden, Hendrik van Meerten en Adriaantje van de Peppel echteluijden, en laatstelijk Willem van Merkesteijn en Adriaantje van Meerten echteluijden, de vrouwen cum tutore marito, hebben in vrijen eijgendom getransporteert aan ende ten erffelijke behoeve van Dirk van de Haar en IJzabel van Wijk echteluijden, zeekere anderhalve mergen bouwland geleegen onder den kerspel van Ingen op Klinkenberg, oost de gemeene straat, west en zuijden de Kesterse Weetering en noorden Willem Barten van Lienden of wie etc. (zie hieronder, JvM) bekennende de transportanten van de koopspenningen ter somma van hondert vijfentwintig guldens voldaan ende betaalt te zijn met belofte van vrijiing en whaaring, zijnde het voorschreven goed belast met de onderhouding van het zandpad als van ouds, vermoogens transport van den 10e julij 1763 geschreeven op een zegel van agt guldens en door de transportanten echteluijden en geërfde getuijgen beteekent. Geregistreert den 5e maart 1764.
#Solvit den 40e penning met drie guldens 1 stuijver 8 penningen op den 1e jannuarij 1762.#
Bron: Osenvorenreeks, Nummer A219 (juli 1997), Protocol van Bezwaar kerspel Ingen, Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv. 235, 1739-1791 (3e deel 1756-1764), blz. 40.
[https://oorsprong.info/anderhalve-morgen-bouwland-van-de-erfgenamen-van-peter-van-meerten-en-jantje-van-lienden-in-protocol-van-bezwaar-kerspel-ingen/]

Mogelijk gaat het dan om Peter Jacobsz van Meerten, gedoopt Ingen 3-12-1682 als zoon van Jacob van Meerten en Hendersken Peters [van Roothuisen].
Jacob en Hendersken trouwen Lienden 24-2-1678 en laten naast zoon Peter ook een dochter Geertjen dopen (Ingen 29-8-1680), een dochter Jantjen (Ingen 5-7-1685), een dochter Adriaentjen (Ingen 9-10-1687) en een zoon Dirck (Ingen 16-4-1690).
Hieruit zouden we kunnen afleiden dat de vader van Jacob Dirck heet.

Wat weten we van de genoemde erfgenamen?
[1] Bart van Meerten x Margrieta Humers/Himmers: Margrieta wordt 12-3-1775 vermeld als getuige bij de doop van Bart van Merkestijn, een zoon van Willem van Merkestijn, naast Adriana van Meerten. Vermoedelijk is deze Bart, een zoon van haar schoonzus, vernoemd naar haar man. Ik vermoed daarom dat Bart en Margrieta zelf geen kinderen hadden.
[2] Jacob van Meerten x Anna Margrieta van den Brink (van Brenk): Margrieta ondertrouwt Eck en Wiel op 18-12-1750 als weduwe van Oth van Eck met Jacob. Jacob hertrouwt Eck en Wiel 6-4-1777 met Anna van Hattum. Ook van dit echtpaar vond ik (nog) geen kinderen.
[3] Adriana van Meerten x Willem van Merkestijn: zij laten in elk geval de volgende kinderen dopen:
- Peternella (Lienden 17-12-1763, getuige Margarita Humers)
- Gerrit (Lienden 5-5-1771, getuige Gouda Verkuijl)
- Bart (Lienden 12-3-1775, getuige Margrietta van Humert)
- Peter (Lienden 18-4-1779, getuige Cornelia van Alphen)
Daarnaast komt Adriana vaak voor als doopgetuige, bijvoorbeeld bij Dirkje van de Haar (Lienden 9-7-1775, dochter van Wouter van de Haar en (schoonzus?) Dirkje van Merkestijn). Adriana overlijdt Lienden 8-4-1816.
[4] Hendrik van Meerten x Adriana van de Peppel. Mogelijk "onze" Hendrik en Adriana?

Kinderen van de erflaters of niet?
De vraag is echter of deze erfgenamen per se kinderen van Peter en Jantje moeten zijn. Uit de bovenstaande akten blijkt wel dat ze broers en zus zijn, maar nergens staat vermeld wie hun vader en moeder zijn. Hun vader zou zelfs een verre neef van erflater Peter van Meerten kunnen zijn.
Toch zijn de erfgenamen wel degelijk de kinderen van Peter en Jantje, blijkens onderstaande akte:
Bart van Meerten en Anna Margrita Himmers egteluijden, Jacob van Meerten en Margrita van Brink egteluijden, Hendrik van Meerten en Adriana van de Peppel egteluijden, Willem van Markesteijn en Adriaantje van Meerten egteluijden, kinderen en erfgenaamen van Peter van Meerten en Jantje van Lienden in leven egteluijden, de vrouwspersoonen gesterkt haec cum tutore marito, hebben getransporteert aan Garrit Wijkniet en Hendrina van de Weert egteluijden, ongeveer ses en een half hont land onder Ingen, oost een gemeene straat, zuijden Dirk van Meerten, west de algemene Weteringh, noorden verkooperen selvs, belast met een jaarlijkse uijtgank ad drie gulden agtien stuijvers aan de Kerk van Ingen en een tijns van vier penningen aan den Huijse Wiel en met het halve santpad aan den beneedenkant; item eene mergen drie houd bouland aldaar, oost een gemeene straat, zuijden de verkooperen, west de gemeene Weteringh, noorden Jan van Dorland, sijnde vrij allodiaal goet en dat voor de zomma van driehondert tien gulden, waarvan transportanten bekennen voldaan te sijn, met belofte van vrijing en waaring en suijvering der ongelden tot 1762 incluijs, vermogens transport geschreeven op een zegel van 24 stuijvers van dato 28e december 1763 door transportanten en geërfde getuijgen beteekent. Geregistreert den 16e jannuarij 1764.
#Solvit 40e penning met negen gulden veertien stuijvers twee penningen den 10e jannuarij 1763.#
Bron: Osenvorenreeks, Nummer A219 (juli 1997), Protocol van Bezwaar kerspel Ingen, Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv. 235, 1739-1791 (3e deel 1756-1764), blz. 39.
[https://oorsprong.info/twee-stukken-land-van-bart-van-meerten-en-anna-margrita-himmers-als-erfgenamen-van-peter-van-meerten-en-jantje-van-lienden-getransporteerd-in-protocol-van-bezwaar-kerspel-ingen/]

Uit een andere akte blijkt dat naast Peter in elk geval zus Jantje de volwassenheid bereikt heeft, maar vóór 26-12-1741 is overleden:
Peter van Meerten en Jantje van Lienden egteluijden, zij vrouwe cum tutore marito, aan ons te kenne gevende dat desselvs huijsinge tot Ingen daar tans in wonende, ten protocol van beswaar verboden staat voor zeekere somma gelds, schuldigh bekent aan den heer capiteijn Rijns, zijnde meede onder hetzelve verband geleegen en verbonden 2 morgen bouwlandt en 1 ½ hondt en …  boomgaards tot Ingen geleegen welke laast genoemde goederen bij mageschijt van dato den 26e december 1741 aan onse swager Arien van de Weert door ons ende verdere erfgenamen van onze zuster zaliger Jantje van Meertten is aanbedeeld, overzulx verklaarden de comparanten egteluijden voorschreeven tot securiteijt van gemelte Arien van de weert tot een waarborgh aan te stellen, gelijk doende bij deezen eerstelijk 1 ½ mergen bouwland op den Brinck geleegen ompaalt ten oosten en westen de Weteringh zuijden de erven van Wouter Brandse en noorden Gijsbert Dorlandt ; item nog 1 ½ merge bouwland op Harmoeskamp, daar oost en noord de straat, zuijd de Weteringh en west Willem Barten naast geleegen zijn, de bijde voorschreeven percelen goederen onder het kerspel Ingen geleege en dat zoolange tot het capitaal aan de heer Ruijs voornoemt afgelegt ofte het aan Arien van de Weert aangedeelt goed vrij gemaekt en van het verband zal weezen ontzlagen. Des ten waarheijds oirconde hebben de comparante egteluijden dese beneffens de ondergeschreeven geërfde getuijgen beteekent den 26e december des jaars 1741 en waaren onderteekent: Peter van Meerten, Jantje van Lienden, G. van Wijck als geërfde getuijgen, C. van Snoekeveldt als geërfde getuijgen. Geregistreerdt den 17e januari 1752.
#Dit verbant op versoeck van Arien van de Weert den 14e januarij 1764 gecasseert en gerojeert actum den 16e januarij 1764.#
Bron: Osenvorenreeks, Nummer A218 (juli 1997), Protocol van Bezwaar kerspel Ingen, Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv. 235, 1739-1791 (2e deel 1749-1755), blz. 13-14.
[https://oorsprong.info/bouwland-van-peter-van-meerten-en-jantje-van-lienden-in-protocol-van-bezwaar-kerspel-ingen/]

De kinderen van Klaas van Meerten en Willemke van Ingen
Klaas Jansen van Meerten en Willemke Cornelisse van Ingen trouwen te Lienden op 27 maart 1718 (DTB Lienden trouwen 1681-1738 [Family Search, p. 133/512]). De bruid is weduwe van Crijn Ariens van Wijck [zij zijn getrouwd op 8-3-1711 te Lienden en zij hebben de volgende kinderen: Johanna (Lienden 6-10-1713, getuige Jantje van Ingen) en Johanna (Lienden 30-9-1714, getuige Walburg van Ingen)]
Bruidegom Klaas en bruid Willemke zijn beiden woonachtig "in de Marsije"
Ik had van hen de volgende kinderen:
- Cornelis (Cnelis) (Lienden 16-6-1721, getuige Jantje van Ingen)
- Jan (Lienden 13-2-1724, getuige Anneke Janse van Meerten)
- Johanna (Lienden 19-1-1727, getuige Maria van Ingen)
- Krijn (Lienden 19-3-1730, getuige Liesbeth Ariense Krijnen)
[Het had mij al aan het denken moeten zetten dat zoon Hendrik niet in Lienden gedoopt is]

Op de website van Jan van Meerten vond ik vandaag (12-7-2023) de meest interessante akte:
Cornelis van Meerten en Grietje Vonck egteluijden (haec cum tutore marito), Jacoba van Grootveld weduwe en boedelhoudersche van Jan van Meerten (cum tutore filio) Claas van Meerten, Theodora, Willemijntje en Jerephaes van Meerten, meerderjaarige kinderen van Jan van Meerten en Jacoba van Grootveld en de rato caveerende voor haar minderjaarige kinderen, broeders en zusters met naame Jannigje, Jan Willem, Maria, Frederic, Johannes en Jacoba van Meerten, Antonij Vonck als in huwelijk gehad hebbende Johanna van Meerten, Pelgrom en Willem Vonck, sijne meerderjarige kinderen, vendiderunt aan Hillebartus van Zetten en Johanna Westerlaken egteluijden ongeveer drie mergen bouwlant onder Meerten, oost mevrouw douairaire van Delen, west de Ommerse sijveling, noorden de heer Wittert en zuijden Gijsbert van Meenen ofte etc., voor 72 guldens, vermogens transport van den 20 januarij 1775, vide ’t signaat van Ommeren folio 151 verso. Geregistreerd den 13 januarij 1776.
#Solvit 40 penning met f. 1-16-: den 2 Januarij 1775#
Bron: Osenvorenreeks, Nummer A272 (maart 2006), Protocol van Bezwaar Kerspelen Meerten & Aalst, Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv. 243, 1739-1802, blz. 152.

Jan van Meerten schrijft hierover: "Uit deze akte van verkoop en transport kunnen we heel veel leren over de genealogie van het geslacht Van Meerten. Zeker als we deze naast de al beschikbare gegevens leggen. Hier worden alle (op dat moment nog in leven zijnde) kinderen en kleinkinderen van Klaas (Jansen) van Meerten en Willemke (Cornelissen) van Ingen weergegeven. De kinderen van dit echtpaar waren Marijke (in 1736 op ongeveer zestienjarige leeftijd overleden), Cornelis (getrouwd met Grietje Vonck), Jan (getrouwd met Jacoba van Grootveld), Johanna (getrouwd met Antonij Vonck) en Crijn van Meerten (vóór 1771 overleden). Met uitzondering van Cornelis zijn deze kinderen op de datum van deze akte al overleden. Crijn is helemaal uit het zicht verdwenen, hij was wel getrouwd (met Cornelia de Haas) maar is vermoedelijk kinderloos overleden. Johanna is ook al overleden en twee van haar kinderen zijn nog in leven: Pellegrom en Willem. Deze zijn meerderjarig, in 1775 resp. 26 en 21 jaar oud. Trijntjen en Willemijntje zijn dan hoogstwaarschijnlijk jong overleden. We komen er zo ook achter dat Jan van Meerten waarschijnlijk in het jaar 1773 of 1774 is overleden. Op 23 februari 1772 leefde hij nog en op 2 januari 1775 leefde hij niet meer. Hij werd dus ongeveer vijftig jaar oud.
We leren bovendien dat vier van de tien kinderen van Jan en Jacoba meerderjarig zijn, en dat de overige zes nog minderjarig zijn. De oudste lijkt Claas (hij treedt namelijk op als voogd voor de kinderen), daarna Theodora, Willemijntje en Jerephaes. Minderjarige kinderen zijn Jannigje, Jan Willem, Maria, Frederik, Johannes en Jacoba. Van Theodora, Jan Willem, Maria en Johannes is vooralsnog niets bekend. Willemijntje is rond 1750 geboren, Jannigje rond 1759, Frederik rond 1766 en Jacoba rond 1770 (als men de leeftijd bij overlijden goed heeft ingeschat). De kinderen van Cornelis en Grietje worden niet weergegeven, waarschijnlijk omdat beide ouders nog in leven zijn. De Ommerse sijveling is een dwarsdijkje met een sloot ‘om bewoners van lager gelegen delen van het rivierengebied te beschermen tegen het water’. Nabij Ommeren, in de polder Meerten, is nog steeds een straat te vinden met de naam Zijveling, deze loopt van het Lingemeer tot aan de Provincialeweg N320 (op de hoek van deze straat en de provinciale weg is het Streekmuseum Baron van Brakell te vinden)."
[https://oorsprong.info/verkoop-van-ongeveer-drie-mergen-land-door-de-nazaten-van-klaas-jansen-van-meerten-en-willemke-cornelissen-van-ingen/]

Overigens zijn de kinderen van Cornelis en Grietje (die ondertrouwen Rhenen 10-11-1743) de volgende:
- Maria (Lienden 8-3-1744, getuige Agatha Vonk)
- Tryneke (Lienden 2-4-1747); Trijneken ondertrouwt Lienden 14-8-1772 en trouwt Rhenen 1-9-1772 met Gijsbert van Brenk.
- Klaas (Lienden 30-11-1749, getuige Johanna van Meerten); Klaas (onder)trouwt Utrecht 7/30-4-1780 met Maatje Hietveld en overlijdt Rhenen 27-1-1838.
- Pelle Vonk (Kesteren 12-8-1753)
- Willemijn (Rhenen 16-1-1757)
- Johannes Hermanus (Kesteren 6-1-1760)
- Johannes Hermanus (Kesteren 24-6-1764)

Meer dan wie er WEL in deze akte genoemd worden is belangrijk wie er NIET in genoemd worden, namelijk Hendrik van Meerten en Adriana van de Peppel.

De afstamming van Hendrik en de vernoemingen
Aangezien uit de bovenstaande akte inmiddels gebleken is dat Hendrik van Meerten GEEN zoon kan zijn van Klaas van Meerten en Willemke van Ingen, komt de mogelijkheid in beeld dat hij TOCH een zoon is van Peter Jacobsz van Meerten en Jantjen van Lienden.
Wanneer dit echter het geval zou zijn, is het wel vreemd dat er geen Peter vernoemd wordt (Jantjen namelijk wel), terwijl (naast mogelijk Klaas en in elk geval Anna (2x), die naar Adriana's ouders vernoemd lijken) er wel een Adriaantje en een Cornelis vernoemd worden (waarbij ook niet duidelijk is naar WIE). Daar staat tegenover dat er ook geen Willemke vernoemd wordt, maar wel haar vader Cornelis.

Er wordt op 24-5-1780 overigens wel een Peter van Meerten na geloofsbelijdenis in Ingen tot NG lidmaat aangenomen. Op 10-11-1785 vertrekken Peter van Meerten (naar Amsterdam) en Klaas van Meerten (naar Maurik) beiden met attestatie uit Ingen. 
Peter van Meerten, j.m. van Ingen, ondertrouwt Buren 21-9-1788 en trouwt Veenendaal 5-10-1788 met Grietje Schut, j.d. van Veenendaal en her(onder)trouwt, inmiddels weduwnaar van Grietje Schut, Ommeren 5/28-2-1796 met Nieske van Ingen, j.d. van Ingen.
Adriana van Meerten, dochter van Peter en Grietje, trouwt Diepenheim 28-4-1820 met Berend Jan Bekkenkamp. Peter is dan nog in leven, woont in "Avezakken" in de Betuwe en oefent het beroep van (grof)smid uit. Op 23-7-1827 overlijdt hij te Kerk-Avezaath, 66 jaar oud. Hij moet dus geboren zijn tussen 23-7-1770 en 23-7-1771. Dit maakt het goed mogelijk dat hij een zoon is van Hendrik en Adriana en dat daarmee ook in de benodigde vernoeming is voorzien.

Doopinschrijving Peter [Jacobsz] van Meerten te Ingen op 3-12-1682


vrijdag 9 december 2022

Het marginale leven van Cornelia Vermeulen

Gedurende lange tijd was het mij niet duidelijk of Cornelia Vermeulen, dochter van Pieter Vermeulen en Jaapje Schaap, ouder is geworden dan een jaar. Vrij snel na haar geboorte verhuist het gezin namelijk van Abcoude naar Vinkeveen en wordt in 1879 een zoon Cornelis geboren. Dit was al het derde kind met die naam en de vernoeming van Pieter’s vader Cornelis Vermeulen lag voor de hand. Ik veronderstelde dat ook Cornelia een vernoeming van Pieter’s vader was en dat ze daarom vroeg overleden kon zijn, waarbij men er in de hektiek van de verhuizing niet was gekomen om dit overlijden aan te geven bij de Burgerlijke Stand.

Pas toen ik in een vermelding van het Bevolkingsregister 1879 van Vinkeveen en Waverveen zag dat niet alleen Cornelis en Cornelia vermeld worden, maar dat ook Pieter’s moeder Cornelia Dam deel uitmaakte van dat gezin, besefte ik dat Cornelia niet naar haar grootvader, maar naar haar grootmoeder van vaderszijde was vernoemd en dus nog gewoon in leven was bij de geboorte van haar jongere broer Cornelis. Dit werd bevestigd doordat Cornelia ook in 1890 nog vermeld wordt in het Bevolkingsregister van Vinkeveen en Waverveen.

Aangezien er nergens een huwelijksvermelding van haar te vinden is, moest ze dan wel ongehuwd overleden zijn. De vraag was alleen wanneer en waar. Hier speelde ook het feit mee dat na moeder Jaapje (in 1882) ook vader Pieter (in 1890) vrij vroeg overleden. Van oudere broer Marten (1876-1945) wist ik dat hij als enige kind de volwassenheid bereikt had, maar in 1890 was hij pas 14 jaar oud. Mocht Cornelia toen ook nog in leven zijn geweest, dan waren er nu drie kinderen op jonge leeftijd wees geworden.

Tijdens wat een urenlange zoekavond zou worden, had ik zowaar geluk: via Open Archieven kreeg ik niet alleen de vermeldingen, maar ook de scans van het gezin Vermeulen-Schaap uit het Bevolkingsregister Vinkeveen en Waverveen 1890 onder ogen. Dat leverde belangrijke informatie op. Zo vertrekt Cornelia op 30-12-1885 samen met broer Marten vanuit Vinkeveen naar Wilnis. Broer Cornelis vertrekt op 20-3-1886 naar Naarden. Vermoedelijk werden de kinderen ondergebracht bij familie: tante Gerritje Schaap, getrouwd met Jan Willem Lookman, woonde in Naarden en zal zich over Cornelis hebben ontfermd, terwijl in Wilnis tante Cornelia Vermeulen, een zus van Pieter en getrouwd met Dirk van der Neut, de beide andere kinderen in huis zal hebben genomen.

Op 30-9-1889 komt Cornelia echter van Wilnis weer naar Vinkeveen, waarschijnlijk om mee te helpen bij de verzorging van haar vader, om op 17-2-1890 (dus 18 dagen na het overlijden van haar vader) te vertrekken naar Nieuwer Amstel. Daar woonde het gezin van tante Lammertje Schaap, getrouwd met Pieter Meijer. 

In het Bevolkingsregister Amsterdam 1880-1890 komt ze volgens de klapper voor in deel 22 op p. 176v. Dit deel is echter nog niet gedigitaliseerd. Uiteindelijk vond ik haar ook nog in het register van het Binnengasthuis. Ze kwam daar binnen (met als beroep dienstbode) op 31-3-1899 (in het 2e Paviljoen) en vertrok op 15-5-1899 naar Egmond aan Zee. Ze woonde toen op Ceintuurbaan 430 en contactpersoon was haar tante, de weduwe Meijer, wonend Hoedenmakerstraat 140. Uit de inschrijving wordt niet duidelijk waaraan ze leed, maar gezien de duur van haar verblijf en haar bestemming bij vertrek zou het heel goed tbc kunnen zijn geweest.

Volgens het Bevolkingsregister is ze vervolgens, nadat oom Pieter Meijer op 18-2-1898 was overleden, met tante Lammertje Meijer-Schaap op 18-12-1899 van Hoedenmakerstraat 133 afgeschreven naar het adres van Johannes Portengen (sinds 16-6-1897 getrouwd met haar nicht Johanna Geertruida Meijer). Dat gezin woonde een paar huizen verderop op Hoedenmakerstraat 140.

Uiteindelijk ben ik gaan zoeken in de Tienjarentafels bij de Overlijdens, te beginnen bij het deel 1893-1902 en daarin had ik meteen bij de eerste vermelding van een Cornelia Vermeulen al beet: ze bleek overleden op 28 september 1900 om 05:00 uur, toen woonachtig op Hoedenmakerstraat 140A (dus mogelijk een afgesplitste kamer), zonder beroep. Ik vermoed dat er niet genoeg geld was om in Egmond aan Zee lang genoeg te “kuren” en dat ze uiteindelijk toch aan tbc is overleden, niet sterk genoeg om nog ergens te gaan werken en gezien haar adres toch wat afgescheiden wonend van de rest van het gezin.

Overlijdensakte Cornelia Vermeulen (1878-1900)

Zo kwam het marginale leven van Cornelia Vermeulen, weeskind, dienstbode en kwijnende zieke, na 22 jaar ten einde, een paar maanden te vroeg voor het begin van de nieuwe eeuw.

woensdag 10 augustus 2022

De overspelige of de juist geduldige bruidegom?

Wanneer de jonge Paulus Janszoon (nummer 94 in de kwartierstaat van mijn zwager (generatie VII)) wordt gedoopt op 2 juni 1733, ziet zijn even er schijnbaar niet heel rooskleurig uit. Zijn moeder Joanna Laurensdr van Dulleke is kort daarvoor 24 geworden en is ongehuwd. De inschrijving van de doop laat dat nog even voelen: "filius adulterinus Joannes Hessingh non nostre communitatis".

Doopinschrijving Paulus Jansz Hessing

Een kind voortgekomen uit een overspelige relatie met een man die weliswaar RK is, maar "niet uit onze kring", dat was geen fijne start. Wel is het hoopgevend dat Paulus niet de naam van Dulleke, maar Hessing gebruikt. Zo wordt hij tenminste ingeschreven wanneer hij als twintigjarige "Soldaat in 't Battelj. van Hr. Genr. Major Bekker" op 9 december 1753 voor het eerst in het huwelijk treedt.

Joannes Hessingh, de overspelige verwekker van Paulus, was in 1733 al sinds 1722 getrouwd met Willemijntje Pot en had met haar ook al drie kinderen: Thomas (~25-4-1722), Elisabetha ~(2-9-1725) en Petronilla (~12-12-1726). Blijkbaar is hij na zijn slippertje met Joanna weer teruggekeerd naar zijn gezin, want hij kreeg met Willemijntje nog vier kinderen: Lijsbet (~6-4-1735), Joannes (~20-9-1737), Wilhelmus (~16-8-1740) en Aleijdis (~8-5-1743). Willemijntje wordt op 29 april 1748 begraven te Utrecht ("[...] Willemijntje Post, huijsvr: van N: Hessingh, in 't Drakenborg-steegje, ges: door orde van den Ed: Achtb: Gerechte") en de vermelding zelf geeft te denken: waar normaliter wordt vermeld dat iemand man en eventueel (on)mondige kinderen nalaat, wordt hier volstaan met de melding dat de begrafenis op last van het Gerecht heeft plaatsgevonden.

Wat daarna gebeurde, had ik niet verwacht.

Huwelijksinschrijving Johannes Hessing en Joanna van Dulleke

Op 4 april 1750 treden Johannes Hessing en Joanna van Dulleke alsnog in het huwelijk, bijna 17 jaar na de doop van hun eerste kind. En daar blijft het niet bij: op 16 september 1752, ruim 19 jaar na hun eerste kind, laten ze hun tweede kind Hubertus dopen.

Uiteindelijk was Johannes langer getrouwd met de vrouw met wie hij ooit overspel beging dan met zijn eerste echtgenote (30 jaar tegen 26 jaar). Of het gezamenlijke kind hem "tot inkeer" heeft gebracht of dat er tussen Johannes en Joanna sprake was van ware liefde, waarbij een eerder huwelijk een hindernis bleek, zullen we nooit weten.

Joanna van Dulleke wordt op 25 augustus 1780 te Utrecht begraven ("Johanna van Dulken huisvrouw van Jan Hessingh in het Passerburgsteegje laat na haar man en meerderjarige kinderen en een minderjarig kindskind is begraven gratis") en Johannes op 18 april 1784.

De oudste zoon Paulus overlijdt zelfs vóór zijn ouders en wordt op 2 mei 1780 te Utrecht begraven. De jongste zoon Hubertus trouwt in 1777 met een Hendrica Vollenhove en overlijdt in 1801. Hun zoon Hubertus trouwt overigens óók met een Hendrica Vollenhove.



maandag 8 augustus 2022

Zomertijd - kwartierstaat-tijd (4) - de ene kwartierstaat is de andere niet

 Zoals ik in de afgelopen jaren al in dit kader geschreven heb (zie voor de vorige "afleveringen" https://ondergenealogen.blogspot.com/2014/07/zomertijd-kwartierstaat-tijd.html , http://ondergenealogen.blogspot.com/2018/07/zomertijd-kwartierstaat-tijd-2.html en http://ondergenealogen.blogspot.com/2019/08/zomertijd-kwartierstaat-tijd-3.html) is de zomervakantie bij uitstek een periode om te werken aan een kwartierstaat. Niet alleen omdat het dan geen probleem is om er - als dat zo uitkomt - tot diep in de nacht aan door te werken, maar juist doordat de doorgaande geslachtslijnen een ander type focus vereisen. Soms moet je bijvoorbeeld via de doopgetuigen bij kinderen van broers en zussen zoeken om een generatie verder terug te komen. Ook werkt het meestal beter om een bepaalde groep namen op de achtergrond in je geheugen te hebben, zodat het "toeval" bij het doorspitten van met name begraafregisters een grotere kans krijgt. Zo vond ik onlangs in de Trouwboeken van Culemborg de vermelding van een huwelijk waarnaar ik nog op zoek was uit de stamboom De With.

PIKwa

Al een aantal jaren gebruik ik de PIKwa (zie http://www.ottop.nl/kw3l/pikwa.html) om een idee te hebben hoe "ver" ik momenteel ben. Ook nu is er weer wat vooruitgang te melden sinds de vorige keer:

Voortgang PIKwa 2013-2022

Tussen de kwartieren bestaan nog altijd grote verschillen:

Kwartieren van mijn kwartierstaat

De verschillen laten zich vooral verklaren door het voorkomen van ongehuwde moeders en door de geografische locaties en/of de betreffende geloofsgemeenschappen: in het oosten van het landen en buiten de Nederduitsch Gereformeerde kerk zijn er minder archieven bewaard, beginnen ze later en komt het vaker voor dat personen daarin simpelweg ontbreken.

De andere kwartierstaat - en de verschillen

Naast de kwartierstaat van mijn zonen onderhoud ik ook die van mijn zwager (die overigens niet gepubliceerd wordt). Anders dan de eerste betreft de tweede kwartierstaat een grote hoeveelheid personen van RK- of Doopsgezinde huize en afkomstig uit het oosten van het land. Daarnaast is een aantal personen afkomstig uit België (tegenwoordig gelukkig vrij goed ontsloten) of uit Duitsland (helaas veel minder goed doorzoekbaar).
Kijkend naar de verdeling over de kwartieren worden de verschillen meteen duidelijk:
De kwartieren van  mijn zwager

Daarbij moet wel worden aangetekend dat de tweede kwartierstaat een generatie "hoger" begint, zodat de nadelen van de RK-registers nog extra merkbaar zijn.
De directe vergelijking ziet er momenteel zo uit:

Kwantitatieve verschillen tussen de kwartierstaten

De effecten van het ontbreken van Gaarder-registers wordt in mijn kwartierstaat pas in de generaties X en XI merkbaar, terwijl de daling van de gevonden gegevens in de tweede kwartierstaat al in generatie VIII optreedt. Om de vergelijking in perspectief te plaatsen: de personen in mijn generatie X zijn geboren tussen 1700 en 1725, terwijl dezelfde generatie bij mijn zwager geboren is tussen 1620 en 1680. Het "Gaarder-effect" treedt daar dus twee generaties vroeger op.







 



zaterdag 6 augustus 2022

Varen onder een valse naam

Het was mij bekend dat matrozen ook al in de VOC-tijd "geronseld" werden: 's avonds hadden ze vrij drinken in een kroeg en maakten daarvan gretig gebruik, de volgende ochtend werden ze wakker van het schommelen van een schip op de rede van waar-dan-ook. Ook wist ik dat wat vermogender ouders een vervanger, een remplaçant betaalden om de dienstplicht in de Nationale Militie in plaats van hun zoon te volbrengen. Ten slotte ken ik de verhalen van vrouwen die koste wat het kost wilden aanmonsteren als bemanningslid op een schip en zich daartoe uitgaven voor een man.

Wat ik echter niet wist, is dat zeelieden onder de naam van een ander als matroos of soldaat naar Oost-Indië voeren. Toch bleek dat het geval, dat vervolgens jaren later aanleiding gaf tot een tweetal akten, opgesteld door een Utrechtse notaris, in opdracht van de moeder van de vervanger in kwestie.

Het gaat om Jacobus Jansz Boshuijsen (Utrecht, tussen 1709 en 1715 - Ternate, 14 mei 1756), een zoon van Johannes Boshuijsen (? - Utrecht, 24-7-1737) en Lucia (Sijgje) van Renode (? - Utrecht, 26-2-1771), de nummers 344 en 345 (generatie IX) in de kwartierstaat van mijn zwager. Jacobus had op 21 mei 1739 aangemonsterd op het schip de Bethlehem van de kamer Amsterdam van de VOC en vertrok op 21 mei 1739 onder kapitein Jan van der Straten vanaf de rede van Texel met bestemming Batavia, waar het op 24 januari 1740 arriveerde (er werd van van 17/10/1739 tot 11/11/1739 op Kaap de Goede Hoop doorgebracht, waarschijnlijk voor bevoorrading en om te wachten op gunstige wind). Uiteindelijk voer het verder naar Canton in China, waarvandaan het op 10 december 1740 terugkeerde en uiteindelijk op 29 juli 1741 weer op de rede van Texel aankwam. Jacobus gaf zich uit voor Hendrik Meijer uit Nijmegen en als begunstigde werd een Adriaan Meijer vermeld.

Inschrijving "Hendrik Meijer uit Nijmegen" bij de VOC

Het schip was in 1731 op de VOC-werf in Amsterdam voor de kamer Amsterdam gebouwd en dit was reeds zijn derde reis. Het schip had een lengte van 145 voet, een laadvermogen van ongeveer 850 ton en aan boord waren tussen de 225 en 250 bemanningsleden. Overigens verging het schip, onderweg naar Ceylon, op de zandbanken voor Oostende (de Vlaamse banken, 51°14.4XX' NB 2°30.1XX' OL) op 29 december 1741. Voor zover bekend is het schip nooit geborgen, hoewel er een hoeveelheid zilvergeld aan boord was.
Overigens moet Jacobus Boshuijsen in Batavia al van boord gegaan zijn, aangezien de afrekeningen uit het VOC-soldijboek over de jaren 1741 tot en met 1755 bedragen vermelden waarbij vermeld is dat Jacobus eerst 4 1/2 maand op Ternate (een eiland in de Molukken) verblijft en dat vervolgens met steeds 12 maanden verlengt. Mogelijk was hij soldaat in Fort Oranje, het hoofdkwartier van de VOC op de Molukken.

De rede van Ternate (tekening uit 1724)

Als laatste is vermeld dat hij op 14 mei 1756 "zonder Testament of iets natelaten tot Ternaten is overleden".
Zijn familie moet uiteindelijk via via van Jacobus' overlijden hebben vernomen en waarschijnlijk kwamen ze al snel tot de conclusie dat er nog geld te erven was. Geld dat uiteraard niet terecht moest komen bij begunstigde Adriaan Meijer. Dit leidt in 1763 tot een tweetal notariële akten. 
Eerst laat moeder Sijgje van Renode op 3 mei 1763 in een akte van bekendheid Willem Bruijnell (74 jaar oud) en Herman van Rossum (64 jaar oud) verklaren hoe de familieverhoudingen in elkaar zitten: vader Johannes Boshuijsen senior is overleden, dat Sijgje zelf daarna niet hertrouwd is en dat Jacobus, die in 1740 met het schip Bethlehem van de VOC-kamer Amsterdam als matroos naar Indië gevaren is, nog twee broers, drie zussen en de enige zoon van een overleden broer als erfgenamen heeft: Dirk Boshuijsen, Antoni Boshuijsen, Cornelia Boshuijsen gehuwd met Gijsbertus Tielant, Johanna Boshuijsen gehuwd met Leenderd Camerling, Stijntje Boshuijsen gehuwd met Jan Bruijnen en Johannes Boshuijsen, de enige zoon van de ook reeds overleden zoon en broer Johannes Boshuijsen junior. 
Vervolgens wordt in een tweede akte op 19 mei 1763 daadwerkelijk een vordering bij de kamer Amsterdam van de VOC gedaan om "sodanige somme van penningen als boven gemelte Jacobus Boshuijsen wegens verdient gagement" toekomen te verkrijgen en daartoe ook een procureur te machtigen. Aangezien alle in de akte vermelde erfgenamen blijkbaar aanwezig waren bij het opstellen ervan, kunnen we zien wie het schrijven wel of niet machtig was.

De erfgenamen van Jacobus Boshuijsen

Hierbij zie we dat moeder Sijgje van Renode, zoon Dirk en zowel dochter Cornelia als schoonzoon Gijsbertus Tielant niet kunnen schrijven, maar alle anderen wel, hoewel niet allemaal even geoefend.

Uiteindelijk blijkt het te gaan om een bedrag van ruim 375 gulden (huidige waarde ruim E 4.000,=), dat op 5 juli 1763 aan de familie (via de gemachtigde Adrianus Meijer) wordt uitbetaald.


dinsdag 19 juli 2022

Gerritje Willems Westland: "in onegt" geboren

Pas toen ik de overlijdensakten van de stamboom Schaap uit Huizen aan het verwerken was, viel het me op dat van Gerritje Willems Westland (~2 juni 1754 +17 januari 1832) niet alleen de vader onbekend is, maar ook dat haar moeder een "Jannetje G: Schaap" is. 

Doopinschrijving Gerritje, dochter van Jannetje G: Schaap in 1754

Volgens de doopinschrijving is Gerritje "in onegt" geboren en is de vader onbekend. Toch trouwt en overlijdt ze niet als Gerritje Schaap, maar als Gerritje Willems Westland.

Huwelijken en kinderen

Uit haar eerste huwelijk met Jan Lambertsz "de Oude" Schaap (1746-1804) heeft Gerritje 9 kinderen, van wie er slechts 3 de volwassenheid bereiken. Deze kinderen worden dan ook genoemd in de huwelijkse voorwaarden bij Gerritje's tweede huwelijk met Klaas Corsz Lamphen (1754-1820), wiens dochter Klaasje uit diens eerste huwelijk eveneens in haar wettig erfdeel wordt bevestigd:  Klaas Korsen Lamphen weduwnaar van Klaasje Stoffels Hagedoorn ter Eenre en Gerritje Willems Westland, weduwe van Jan Lambertsz Schaap ter andere sijde, beide geboren en wonende te Huizen, verklaren ten behoeve van hun wederzijdse voorkinderen behoorlijk Bewijs te doen. Indien de bruidegom het eerst overlijdt, dan zijn dochter Klaasje (Klaasdr) Lamphen haar legitime portie zal genoten worden enz. Voorkinderen van Gerritje Westland: Lambert, Gerrit en Klaasje (Jans) Schaap. De bij de inventaris te melde Botschuit ingebracht door de bruid, buiten toedoen van haar man verongelukkende enz [ORA Huizen].
Klaas Lamphen is vermoedelijk RK gedoopt, aangezien zijn doop in de NG registers van Huizen niet te vinden is en hij volgens zijn overlijdensakte wel in Huizen is geboren.

De naam van de vader

Aan de hand van achternaam en patroniem van Gerritje moet de in eerste instantie onbekende vader Willem Westland heten. Wanneer we willen weten welke personen met die naam eventueel voor het vaderschap in aanmerking komen, is de site Bevolkingsreconstructie Huizen, Blaricum, Laren 1502-1811 (zie http://www.genealogie-huizen.nl/GOOI_GEN%202019-08-04/gooi_gen-2019-08-04start.htm) van grote waarde. Hier vinden we drie Willem Westland's met de juiste leeftijd (de Willem Westland die gedoopt is in 1658 komt niet in aanmerking): zowel van Willem Pietersz Westland (~30-10-1718) als van Willem Gijsbertsz Westland (~20-8-1719) is alleen de doopvermelding bekend, zodat ze vermoedelijk jong zijn overleden. Daarmee blijft alleen Willem Jansz Westland (Schots) over, die op 6 augustus 1724 gedoopt is als zoon van Jan Willemsz Westland en Ariaantje Jillissen Abits. Willem (onder)trouwt Huizen 5-6/18-7-1751 met Grietje Lamberts Smit. Uit dit huwelijk is alleen een zoon Jan (gedoopt Huizen 26-3-1752) bekend. Grietje wordt op 8 januari 1753 (pro deo)  te Huizen begraven (DTB Huizen begraven 1695-1811 [Family Search, p. 162/604]).
Niet alleen heeft Willem de leeftijd, maar is hij ook "in de gelegenheid" om zich te laten troosten door Jannetje. Dat maakt hem volgens mij een zeer geschikte kandidaat voor het vaderschap van Gerritje Willems Westland.

De naam van de moeder

Volgens de doopinschrijving van Gerritje is ze een dochter van Jannetje G: Schaap. Dit en het feit dat ze de naam Gerritje krijgt, wijst er volgens mij op dat het patroniem G: moet worden gelezen als Gerrits. Voor het krijgen van een kind in 1754 komt in eerste instantie slechts één persoon met de naam Jannetje Gerrits Schaap in aanmerking: de jongste dochter van mr. Gerrit Jacobsz Schaap (1692-1721) en Jannetje Pieters van Oostveen (1692-1742), gedoopt in Huizen op 21 maart 1717, begraven te Huizen op 24 augustus 1767 en op 23 maart 1749 getrouwd met Pieter Cornelis Scholl (1719-1773). Probleem bij deze Jannetje is echter dat zij op 27 november 1754 bevalt van een doodgeboren kind: dat maakt het hebben van een gezond kind begin juni van dat jaar, dus bijna 6 maanden daarvoor, vrij onwaarschijnlijk (hoewel niet helemaal onmogelijk). Aangezien bij de doop van Gerritje echter niet vermeld staat dat moeder Jannetje getrouwd is ("in onegt" betekent immers dat ze niet getrouwd is), maar wel dat ze persoonlijk als getuige bij de doop optreedt, lijkt het mij vrijwel uitgesloten dat het om deze Jannetje gaat.
Dat levert vervolgens het probleem op dat er geen enkele Jannetje Gerrits Schaap beschikbaar is voor het moederschap van Gerritje.

Een oplossing?

Op zoek naar een mogelijke oplossing kwam ik - naar analogie van Gerritje, die als dochter van een Schaap toch de achternaam Westland voerde - tot de mogelijkheid dat de oudere (half)zuster van Jannetje, namelijk de buitenechtelijke dochter van mr Gerrit Jacobsz Schaap en Judikje Jans van Schaik (1688-1771), gedoopt te Huizen op 24 september 1713, mogelijk óók de achternaam Schaap gebruikte. Deze Jannetje bleef ongehuwd en was zelf de dochter van een ongehuwde moeder, wat een verklaring kan zijn voor haar bijna demonstratieve optreden als getuige bij de doop van dochter Gerritje.
Deze Jannetje werd waarschijnlijk begraven op 22 februari 1769. Op 30 september 1745 doet zij belijdenis te Huizen en komt zij, onder de naam Jannetje Gerrits, als lidmaat voor op de lijst die per 1 januari 1764 is overgeboekt en achter haar naam
staat vermeld: obiit 1769. In het Begraafboek van Huizen 1761 – 1782 komt wel voor dat op 22 februari 1769 is begraven "een kind van Swaning Tijmensz" met daarbij een onleesbare naam en hiermee moet dan wel Jannetje Gerrits worden bedoeld. Aangezien van op één na alle kinderen van Judikje van Schaik uit het huwelijk (op 1-6-1716) met Swaning Tijmensz Vos de begraafdatum bekend is (met uitzondering van die van dochter Geertruid, maar aangezien van haar ook geen trouwinschrijving bekend is, is zij waarschijnlijk jong gestorven), lijkt het aannemelijk om deze vermelding te koppelen aan Jannetje als stiefdochter van Swaning Tijmensz.
In het Trouwboek komt een huwelijk van haar niet voor, zodat we ervan moeten uitgaan dat zij ongehuwd is overleden.

Een verbinding tussen twee families Schaap?

Mocht mijn veronderstelling kloppen, dan heb ik niet alleen "de juiste Jannetje Gerrits Schaap" gevonden, maar levert dit ook nog eens (de enige!) verbinding op tussen de twee families Schaap uit Huizen, namelijk de nazaten van Gerrit Schaap (geboren rond 1600 met waarschijnlijk twee zonen, Philips en Lambert) en de nazaten van Jan Jansz Schaap (geboren vóór 4-12-1559 (hij was op 4-12-1631 72 jaar oud)).
Om een idee te krijgen hoe makkelijk (of juist niet) men er vanaf kwam bij het verwekken van een buitenechtelijk kind (en dan ook nog trouwen met een ander) is de volgende passage uit de Kerkeraadshandelingen van de Nederduitsch gereformeerde Kerk te Huizen d.d. 22 december 1713 illustratief:
"Huizen-Kerkeraad-Folio 193 (58);  21-12-1713:
.. ons voorgecomen de Attestatie van Monsr. Gerrit Schaep van Amsterdam en die van sijn Huijsvrouw Jannetje van Oostveen van Breukelen, sijnde de Laeteste, als niet volleedig, verworpen,  en weerom gesonden, dog egter haer de Communie van 's Heeren Avontmael voor dese Reijse toegestaen, met beding van de volgende bedieninge, Een als dan volleedige te sullen hebben medegebragt: En wat de Eerste belangt, dese is wel volleedig bevonden en derhalve ook als soodanig aengenomen; Edoch vermits de E: kerkenraad van Amsterdam, van 't delict van dese Gerrit Schaep voornt. (hier in bestaende, dat hij een seekere Jonge dogter Judikje Jansz: hier woonagtig, bevrugt en egter schandelijk verlaten, en een ander, sijn huijvrouw boven gemelt, getrouwt heeft) t'eenenmael onkundig is geweest, dewijl se hem anders, sonder behoorlijke boete gedaen en kerkelijke Censure ondergaen te hebben, buijten twijfel sulken Attestatie niet vergunt souden hebben; soo hebben wij kerkenraed en opsienders der gemeijnte J.C. alhier, na rijke deliberatie in des Heeren weege, goetgevonden en ook besloten, dat hij Gerrit Schaep om sijn voorgenoemde Schandelijk delict voor dese Reijse tot het gebruijk van 's Heeren Avontmael niet sou werden toegelaten; waarop verder ook ons geconcludeert en besloten is om beneffens mij Predikant met de twee oudste ouderlingen, Jacob Killewig en Freek Pietersen na sijnen huijse te gaen en te sien of hem dit delict van harten leeds was. so Ja, dat hij de volgende Bedieninge daer op dat des Heeren Avontmael sou werden toegelaten; En dewijle wij op vorige Resolutie tot hem gekomen sijnde, tot onse teregte verheugingen sulken hartelijke Confessie van berouw en Leedwesen met belofte van sig voortaen, soo veel in hem was als Ledemaet des Heeren Waerdig te sullen gedragen uijt sijn Eer: monde gehoort hebben, soo hebben wij hem tot de volgende Communie van 'Heeren Avondmael toegelaten."
Met andere woorden: volstaan met het zeggen van "sorry" door iemand van enige stand is blijkbaar van alle tijden.

De onderstaande vermeldingen laten zien dat moeder Judikje weliswaar een schadevergoeding van Gerrit Schaap ontving, maar dat ze deze meteen schuldig was aan dochter Jannetje:
ORA-184-3177; 14-05-1716: Tot voogden over het nagelaten kind van Judick Jans (DOORGEHAALD: althans getrouwd met Swaningh Tijmensz) werden gestelt Jacob Tijmensz en Lambert Hendricksz Visser
-
ORA-184-3216A029; 15-05-1716:  Judick Jans hebbende een natuijrlick kind, genaemt Jannetje oud ontrent 3 Jaren ter eenre en Jacob Tijmensz en Lambert Hendricksz Visser als vooghden; aen haer kind schuldigh: f 700
-
ORA-184-3218A078; 11-07-1732: Jacob Jacobsz Glijn en Antonij Duurkant als voogden over het minderjarige kind van Judit Jans, geheten Jannetje, te kennen gevende dat de oude voogden Jacob Tijmensz en Lambert Hendriksz Visser sijn overleden, sij comparanten van de weduwen van voorn. oude voogden hadden ge-eist reeckeening en bewijs van administratie, sij die hadden ontvangen van Aaltje Jans weduwe Jacob Tijmensz en van Ariaantje Jans weduwe van Lambert Hendriksz Visser alsmede een obligatie van f 100 ten laste van Swaning Tijmensz en f 600 contant geld.

zaterdag 16 juli 2022

Stamboom Schaap uit Huizen: drie maal de noorderzon

In de uitgebreide genealogie Schaap komt een bovengemiddeld aantal "weglopers" voor. Meestal uit zich dit in het ontbreken van een overlijdensdatum in bijvoorbeeld WieWasWie, maar leveren ook de dan vaak van toepassing zijnde alternatieven, zoals Roosje Roos of FamilySearch, evenmin iets op. Van drie van deze weglopers vertel ik hieronder wat meer. Misschien zijn er lezers die het onderzoek naar hun uiteindelijke lot verder kunnen helpen.

Gerrit Lambertsz Bunschoten (~27-7-1777)

Gerrit Bunschoten werd gedoopt in Huizen als zoon van Lammert Cornelisz Bunschoten en Nelletje Cornelis Zwart. Getuige was Gerrit Gijsbertsz Molenaar, naar wie hij vermoedelijk vernoemd is. Gerrit (onder)trouwde 21-5/5-6-1796 in Huizen met de toen 24-jarige Claasje Pieters Schaap, dochter van Pieter Gijsberts Schaap en Grietje Gerrits Slokker. Het huwelijk was kennelijk een "moetje", want op 27 oktober 1796 werd hun zoon Pieter geboren. Hij werd op 30 oktober gedoopt in Huizen en doopgetuige was Claasje's tante Swaantje Gijsberts Schaap (overigens een populaire doopgetuige, aangezien ze bij nog 17 andere kinderen "optrad").
In dit min of meer gedwongen huwelijk bleef zoon Pieter het enige kind, dus vader Gerrit moet al vrij snel daarna de benen genomen hebben. Wanneer vader Lammert Bunschoten in januari 1805 op sterven ligt en zijn testament maakt, is Gerrit al in geen velden of wegen meer te bekennen. In 1807 wordt Claesje Pieters Schaep "in plaats van haar kind" voor 1/5 mede-erfgenaam van het kinds grootvader Lambert Cornelisz Bunschoten.
Wanneer zoon Pieter in 1825 wil trouwen, heeft hij daarvoor toestemming van zijn beide ouders nodig. Op 21-7-1825 wordt een akte opgemaakt waarin staat dat zoon Pieter Bunschoten "zich in de onmogelijkheid bevond om de tot dat eind vereischt wordende authentieke akte van toestemming van of de aan zijn vader Gerrit Bunschoten te insinueren akte van eerbied te kunnen produceren, aangezien voornoemde zijnen vader zich zedert bijna zesentwintig jaren afwezig bevindt, zonder dat men weet waar dezelve zich ophoudt".
Blijkbaar is Gerrit dus rond 1799 met de noorderzon vertrokken. Waarheen? Wie het weet, mag het zeggen. Graag zelfs.

Cornelis van Leeuwen (*20-11-1823)

Cornelis van Leeuwen wordt in Huizen geboren op 20 november 1823 als zoon van Johannes (Jan) Gerritsen van Leeuwen en Gerritje Spilt. Hij trouwt te Huizen op 10 mei 1846 met de dan 29-jarige Gerritje Gerrits Schaap, dochter van Gerrit Jansz Schaap en Klaasje Hendriks Hagedoorn. Het beroep van Cornelis is dan visser. Samen met Gerritje krijgt hij twee kinderen: dochter Gerritje in 1847 en zoon Jan in 1851.
In een op 23-3-1870 afgegeven verklaring ter gelegenheid van het voorgenomen huwelijk van dochter Gerritje staat dat "der vertoonsters vader sedert het jaar 1860 afwezig is en er van af 1861 geen tijding van zijn leven of dood is ingekomen".
Op 3-8-1881 bij het huwelijk van zoon Jan is Cornelis' "beroep en woonplaats onbekend", maar is er blijkbaar nog wel geloof aan zijn in leven zijn. Wanneer Gerritje Schaap in 1901 overlijdt, wordt ze vermeld als "weduwe van Cornelis van Leeuwen". Blijkbaar is er in de tussenliggende twintig jaar dus ofwel een bericht van Cornelis' overlijden ontvangen, ofwel men heeft hem na een aantal jaren laten doodverklaren. Toch ben ik erg benieuwd waar en wanneer hij werkelijk de laatste adem uitgeblazen heeft.

Jasper Lambertsz Schaap die "... sedert jaren zijne woonplaats Hilversum verlaten heeft en geene bekende woonplaats binnen het koningrijk heeft"

Jasper Lambertsz Schaap (*1-9-1835)

Jasper Schaap werd in Hilversum geboren op 1 september 1835 als zoon van Lambert Jaspersz Schaap en Maria Jacobs van den Hengel. Hij werkt als metselaarsknecht en als gasstoker. Op 22 juli 1865 trouwt hij in Hilversum met de dan 30-jarige Alberdine Eerenberg, dochter van Johannes Arnoldusz Eerenberg
en Gezina Hermans Wolzak. Reeds in die levensfase heeft Jasper geen zitvlees: waar voor hun eerste kind in 1866 de geboorteplaats Hilversum is, is dat voor dochter Lammertje in 1867 Doesburg, voor dochters Maria en Lammertje in 1870/1872 Vianen en voor dochter Helena in 1874 weer Hilversum. Bij haar geboorte is de vader "tijdelijk afwezig", maar het zou best kunnen zijn dat hij voor haar geboorte al definitief de benen nam.
Bij het overlijden van dochter Maria in 1888 zijn Jasper's "beroep en woonplaats onbekend". Op 1-6-1892 verklaart dochter Gezina bij het kantongerecht te Hilversum dat haar vader "sedert jaren zijne woonplaats Hilversum verlaten heeft en geene bekende woonplaats binnen het koningrijk heeft". Overigens komt ook haar moeder bij deze zitting, die tot doel heeft toestemming voor het huwelijk te verkrijgen, niet opdagen.
Blijkbaar heeft Alberdina haar man op enig moment laten doodverklaren, aangezien hij bij het huwelijk van dochter Helena in 1914 als "overleden" vermeld wordt. Helaas is in de huwelijksbijlagen van Hilversum 1914 Akte 139 geen nadere verklaring hierover te vinden. Misschien heeft er iemand die dit leest wel meer informatie.

maandag 13 juni 2022

De man van tante Jo (heropend)

Het aardige van genealogie is dat je in feite nooit "klaar" bent. Er is vrijwel geen aspect van het stamboomonderzoek dat je niet nog een stapje verder of een tikje meer compleet kunt maken. 

Hetzelfde geldt voor de informatie over Joseph Victor Amadeo Lambert Muijser (1875-1957), "de man van tante Jo". Van zijn vader, Jacob Lambert Muijser (1818-1904), is bekend dat hij naast Controleur en Kassier van `s Konings Hofhouding ook kunstliefhebber en kunsthandelaar was en bovendien bevriend met de schilder Jozef Israëls, die zijn portret schilderde. Maar wie waren diens ouders en uit wat voor soort familie kwam hij?

Tot recent waren mij van Jacob Lambert's ouders alleen de namen bekend: Jacob Bernard Muijser en Hendrika Boom. Door nader onderzoek bleek zelfs dit niet geheel te kloppen en kwam er nog het nodige vermeldenswaardige aan het licht. We beginnen bij de geboorteakte van Jacob Lambert: op het moment van aangifte is de vader, Jacob Muijser, Eerste Luitenant bij het 4e regiment Lichte Dragonders, in garnizoen gelegen te Venlo, 44 jaar oud. De moeder, Hendrika Boom, is tien jaar jonger. Jacob Lambert is niet het eerste kind van Jacob en Hendrika: op 20 september 1815 wordt hun zoon Jacobus geboren te Zaltbommel (hij overlijdt aldaar op 29 december van dat jaar) en op 30 januari 1817 wordt te Venlo Anna Theodora geboren (ze overlijdt al op 28 februari). Alleen Jacob Lambert blijft in leven. Ook de vermelding van de "status" van de moeder verschilt: in Zaltbommel heten Jacob en Hendrika "egtelieden", terwijl in Venlo in 1818 van Hendrika wordt gezegd "de welke hij verklaard zijne huisvrouw te zijn".

Dragonders van het 4e Regiment
Dat is niet helemaal waar. Wanneer Jacob en Hendrika op 8 augustus 1823 te Venlo trouwen, blijkt zij niet "Boom" te heten, maar "Uilenreef" (ook wel uitgesproken/geschreven als Oelenreef). Ze is gedoopt in Almelo op 2 juni 1780. Bovendien blijkt Jacob weduwnaar te zijn van Johanna van der Hulst, die op sinds 21 november 1821 te 's-Gravenhage is overleden, 63 jaar oud. Haar overlijden wordt aangegeven door hun zoon Bernardus Jacobus Muijser, die dan 26 jaar oud is. Hij is gedoopt te 's-Gravenhage op 2 februari 1796, dus Jacob en Johanna moeten al voor die datum getrouwd zijn. Ik heb die vermelding echter nog niet kunnen vinden.

Uit zijn stamboek blijkt dat Jacob meestal weg van huis was: in 1797 "geembarqueert op de Rhede van Texel", in 1799 op campagne in Noord-Holland, in 1800 op campagne in Friesland, in 1805 geembarkeerd op Den Helder en vervolgens echt op pad: Oostenrijk (1805), Pruisen (1806) en Zweeds Pommeren (1807). In 1809 is hij terug in Zeeland en in 1815, nadat hij in 1813 weer teruggekeerd is in Nederlandse dienst, vecht hij mee in de Slag bij Waterloo. Hij raakt daar ernstig gewond: "Een Kartis Kogel door de regter heup bij Waterlo en een paard onder het lijf doodgeschoten". Op 31 oktober 1820 wordt hij gepensioneerd.

Fragment militair stamboek Jacobus Muijser

Vermoedelijk was er bij Jacob weinig animo om bij zijn wettige vrouw in Den Haag te zijn: Hendrika is al in 1815 bij hem in Zaltbommel en later ook in Venlo. Bij het huwelijk van zijn zoon uit het 1e huwelijk geeft Jacob toestemming via de notaris. Na een eerste huwelijk van ruim 25 jaar trouwt Jacob in 1823 met Hendrika, met wie hij bijna 33 jaar gehuwd zal zijn. In 1856, bij het huwelijk van Jacob Lambert, woont het echtpaar in Brummen (in de buurtschap Rhienderen), waar Jacob op 23 januari 1857 overlijdt. Hendrika overlijdt op 21 november 1869 te ’s-Gravenhage, ruim 89 jaar oud!

Hoewel het Militaire Stamboek vermeldt dat Jacob is geboren op 23 april 1775, klopt dat niet. Hij wordt op 5 april 1774 te Arnhem RK gedoopt als zoon van Bernardus Muijser en Johanna van Hummel. 

Doop Jacobus Muijser in Arnhem
Vader Bernardus woont in Arnhem en later als landbouwer in Westervoort. Na het overlijden van Johanna (ze overlijdt 22-9-1799 te Arnhem en wordt begraven op 25 september 1799) hertrouwt Bernardus eerst met de weduwe Joanna Fransen Brunsveld, die op 21 juni 1811 te Arnhem overlijdt. Aangezien hij vervolgens in 1812 hertrouwt (op 77-jarige leeftijd!) met de dan 26 jaar oude Sibilla Haskens (gedoopt te Oud-Zevenaar op 26 november 1785), leveren de huwelijksbijlagen meteen interessante informatie op. Bijvoorbeeld dat hij op 30 mei 1734 te Praest bij Emmerich gedoopt is als zoon van Jacobus Muiser (4 juli 1760 overleden te Duiven) en Johanna Helena Beijers (18 oktober 1773 begraven in de Kruisheerenkerk te Emmerich).

Doop Bernardus Muiser in Praest bij Emmerich

Begraven Jacobus Muiser (60 jaar) te Duiven

Bernardus overlijdt te Zevenaar op 17 mei 1819, bijna 85 jaar oud. Zijn dochter Helena Maria, geboren in 1812 en overleden in 1904, wordt zelfs 92 jaar oud!

In het RK trouwregister van Praest is ook nog te vinden dat Jacobus en Joanna Helena daar trouwen op 14 juli 1722. Na enig zoekwerk vond ik in de registers van Praest ook de doop van Jacobus sr op 12 december 1694 als zoon van Gerlach Muser/Meuser/Muiser en Henderina/Henrike Dickman.

Doop Jacobus Muiser op 12 december 1694

Hun eerste kind wordt gedoopt in 1692, maar het Trouwregister begint pas in 1693, zodat we vanaf hier waarschijnlijk niet verder komen.

De stamreeks van "de man van tante Jo" is dan als volgt:

Joseph Victor Amadeo Lambert Muijser (* 's-Gravenhage 17-5-1875 † 's-Gravenhage 23-8-1957) [x Barneveld 6-7-1917 Johanna van den Born]

Jacob Lambert Muijser (* Venlo 15-6-1818 † ’s-Gravenhage 1-1-1904) [x 's-Gravenhage 20-8-1856 Sarah Louisa Jeanette Catherine Trossarello]

Jacobus Bernardi Muijser (~ Arnhem 5-4-1774  Brummen 23-1-1857) [x Venlo 8-8-1823 Hendrika Uilenreef]

Bernardus Jacobi Muiser (~ Praest 30-5-1734  Zevenaar 17-5-1819) [x Johanna van Hummel]

Jacobus Gerlaci Muiser (~ Praest 12-12-1694  Duiven 4-7-1760) [x Praest 14-7-1722 Johanna Helena Beijers]

Gerlach Muiser/Muser [x Hendrina Dickman]