Doopinschrijving van Jannetje Gerrits Prijs |
woensdag 19 juli 2023
Op zoek naar Jannetje Prijs (KWS 987)
Witte vlekken in de kwartierstaat (578/1156-1157)
Persoonskaart van Arie Cornelisz Hardenbol (Swartebol)
- Cornelius (~5-7-1717, getuige Annigje Rijken) (in 1752 getrouwd: SWARTEBOL Cornelis Arense, en Maeje Willemse Buys, tr. 17-4-1747, get. Gerardus Buys en Joannes Swartebol. Laat de volgende kinderen dopen: Cornelia 17-10-1747, Anna 22-9-1748 (getuige Anna Egberts Alblas), Joannes 7-7-1750 (getuige Adriana Swartebol))
- Adriana (~23-4-1722, getuige Merrigje Pancken) Merrigje is de 2e vrouw van Egbert Alblas
(Egbert? Er is een trouwvelmelding uit Cabauw van SWARTENBOL Egbertus Arense, en Bailje Jansse de Jongh, tr. 20-1-1744, get. Inginje Jans en Jan Cornelisse Burger)
(Joannes? Johannes Swartebol is getuige bij het hwelijk van Cornelis Swartebol, dus mogelijk zijn het broers: SWARTENBOL Joannes, en Joanna (Anna) Hoogendoorn, tr. 1-5-1752, get. Hendrica Panke en Maria Wees. Laat de volgende kinderen dopen: Joannes 14-11-1753, Anna 6-2-1755, Anna 13-2-1756, Joannes 10-2-1758, Anna 2-7-1760, Anna 18-11-1761)
Aangezien Egbert en Anna pas in 1687 zijn getrouwd, moet dit wel 9 maart 1688 zijn. Op 27-4-1688 wordt echter dochter Elisabeth gedoopt. Uiteraard is 9-3-1693 ook mogelijk.
[Cornelis van der Burg]"
25-6-1747 Matthijs (gedoopt te Lopik) [vernoemd naar vader van Paulus]
1-12-1749 Egbert (gedoopt te Cabauw) [vernoemd naar grootvader moederszijde van Ariaantje]
27-8-1752 Anna (gedoopt te Cabauw) [vernoemd naar moeder van Ariaantje]
15-9-1754 Cornelis (gedoopt te Cabauw, getuige Joannes Swartebol) [vernoemd naar overgootvader moederszijde van Ariaantje]
12-9-1756 Cornelia (gedoopt Kethel) [vernoemd naar moeder van Paulus]
5-1-1760 Maartje (gedoopt te Kethel) [vernoeming onbekend, mogelijk naar echtgenote Cornelis Swartebol?]
30-8-1761 Bastiaan (gedoopt te Kethel) [vernoemd naar grootvader van Paulus]
8-4-1763 Arie (gedoopt te Kethel) [vernoemd naar grootvader vaderszijde van Ariaantje]
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
30 of 31 | Trouwde met Anna Egberts Alblas | (02-06-1716) | ||
36 of 37 | Dochter Ariaantje Arents gedoopt | (23-04-1722) |
woensdag 12 juli 2023
De kwartierstaat: opnieuw onderweg iets bijgeleerd
Via de (zeer uitgebreide) website van Jan van Meerten (https://oorsprong.info/genealogie-van-meerten/) heb ik de bewuste akte inmiddels gevonden - en veel meer dan dat. Er is namelijk een tweede akte die in dit verband nog belangrijker is.
Om te beginnen de kinderen van Hendrik van Meerten en Adriana van de Peppel, die ik tot vandaag had gevonden en waarop ik later nog uitgebreid zal terugkomen:
- Klaas (plm 1764)
- Cornelis (plm 1768)
- Adriana (Buren 9-8-1772, getuige: Johanna Christina Brissen, [hv] van Antonij de Grauw); Adriana ondertrouwt Ommeren 1-8-1794 met de predikant Johannes Brands. Ze krijgen 4 kinderen.
- Jantje (Ingen <26-9-1775, overlijdt Lienden 26-9-1839 op 64-jarige leeftijd)
- Annike (Buren 12-1-1777, getuigen Klaas van de Peppel en Annitje van de Weert)
- Anna (Annike) Willemina (Buren 27-2-1780, getuige Geertruij van de Peppel)
Doopinschrijving Peter [Jacobsz] van Meerten te Ingen op 3-12-1682 |
vrijdag 9 december 2022
Het marginale leven van Cornelia Vermeulen
Gedurende lange tijd was het mij niet duidelijk of Cornelia Vermeulen, dochter van Pieter Vermeulen en Jaapje Schaap, ouder is geworden dan een jaar. Vrij snel na haar geboorte verhuist het gezin namelijk van Abcoude naar Vinkeveen en wordt in 1879 een zoon Cornelis geboren. Dit was al het derde kind met die naam en de vernoeming van Pieter’s vader Cornelis Vermeulen lag voor de hand. Ik veronderstelde dat ook Cornelia een vernoeming van Pieter’s vader was en dat ze daarom vroeg overleden kon zijn, waarbij men er in de hektiek van de verhuizing niet was gekomen om dit overlijden aan te geven bij de Burgerlijke Stand.
Pas toen ik in een vermelding van het Bevolkingsregister 1879 van Vinkeveen en Waverveen zag dat niet alleen Cornelis en Cornelia vermeld worden, maar dat ook Pieter’s moeder Cornelia Dam deel uitmaakte van dat gezin, besefte ik dat Cornelia niet naar haar grootvader, maar naar haar grootmoeder van vaderszijde was vernoemd en dus nog gewoon in leven was bij de geboorte van haar jongere broer Cornelis. Dit werd bevestigd doordat Cornelia ook in 1890 nog vermeld wordt in het Bevolkingsregister van Vinkeveen en Waverveen.
Aangezien er nergens een huwelijksvermelding van haar te vinden is, moest ze dan wel ongehuwd overleden zijn. De vraag was alleen wanneer en waar. Hier speelde ook het feit mee dat na moeder Jaapje (in 1882) ook vader Pieter (in 1890) vrij vroeg overleden. Van oudere broer Marten (1876-1945) wist ik dat hij als enige kind de volwassenheid bereikt had, maar in 1890 was hij pas 14 jaar oud. Mocht Cornelia toen ook nog in leven zijn geweest, dan waren er nu drie kinderen op jonge leeftijd wees geworden.
Tijdens wat een urenlange zoekavond zou worden, had ik zowaar geluk: via Open Archieven kreeg ik niet alleen de vermeldingen, maar ook de scans van het gezin Vermeulen-Schaap uit het Bevolkingsregister Vinkeveen en Waverveen 1890 onder ogen. Dat leverde belangrijke informatie op. Zo vertrekt Cornelia op 30-12-1885 samen met broer Marten vanuit Vinkeveen naar Wilnis. Broer Cornelis vertrekt op 20-3-1886 naar Naarden. Vermoedelijk werden de kinderen ondergebracht bij familie: tante Gerritje Schaap, getrouwd met Jan Willem Lookman, woonde in Naarden en zal zich over Cornelis hebben ontfermd, terwijl in Wilnis tante Cornelia Vermeulen, een zus van Pieter en getrouwd met Dirk van der Neut, de beide andere kinderen in huis zal hebben genomen.
Op 30-9-1889 komt Cornelia echter van Wilnis weer naar Vinkeveen, waarschijnlijk om mee te helpen bij de verzorging van haar vader, om op 17-2-1890 (dus 18 dagen na het overlijden van haar vader) te vertrekken naar Nieuwer Amstel. Daar woonde het gezin van tante Lammertje Schaap, getrouwd met Pieter Meijer.
In het Bevolkingsregister Amsterdam 1880-1890 komt ze volgens de klapper voor in deel 22 op p. 176v. Dit deel is echter nog niet gedigitaliseerd. Uiteindelijk vond ik haar ook nog in het register van het Binnengasthuis. Ze kwam daar binnen (met als beroep dienstbode) op 31-3-1899 (in het 2e Paviljoen) en vertrok op 15-5-1899 naar Egmond aan Zee. Ze woonde toen op Ceintuurbaan 430 en contactpersoon was haar tante, de weduwe Meijer, wonend Hoedenmakerstraat 140. Uit de inschrijving wordt niet duidelijk waaraan ze leed, maar gezien de duur van haar verblijf en haar bestemming bij vertrek zou het heel goed tbc kunnen zijn geweest.
Volgens het Bevolkingsregister is ze vervolgens, nadat oom Pieter Meijer op 18-2-1898 was overleden, met tante Lammertje Meijer-Schaap op 18-12-1899 van Hoedenmakerstraat 133 afgeschreven naar het adres van Johannes Portengen (sinds 16-6-1897 getrouwd met haar nicht Johanna Geertruida Meijer). Dat gezin woonde een paar huizen verderop op Hoedenmakerstraat 140.
Uiteindelijk ben ik gaan zoeken in de Tienjarentafels bij de Overlijdens, te beginnen bij het deel 1893-1902 en daarin had ik meteen bij de eerste vermelding van een Cornelia Vermeulen al beet: ze bleek overleden op 28 september 1900 om 05:00 uur, toen woonachtig op Hoedenmakerstraat 140A (dus mogelijk een afgesplitste kamer), zonder beroep. Ik vermoed dat er niet genoeg geld was om in Egmond aan Zee lang genoeg te “kuren” en dat ze uiteindelijk toch aan tbc is overleden, niet sterk genoeg om nog ergens te gaan werken en gezien haar adres toch wat afgescheiden wonend van de rest van het gezin.
Overlijdensakte Cornelia Vermeulen (1878-1900) |
Zo kwam het marginale leven van Cornelia Vermeulen, weeskind, dienstbode en kwijnende zieke, na 22 jaar ten einde, een paar maanden te vroeg voor het begin van de nieuwe eeuw.
woensdag 10 augustus 2022
De overspelige of de juist geduldige bruidegom?
Doopinschrijving Paulus Jansz Hessing |
Een kind voortgekomen uit een overspelige relatie met een man die weliswaar RK is, maar "niet uit onze kring", dat was geen fijne start. Wel is het hoopgevend dat Paulus niet de naam van Dulleke, maar Hessing gebruikt. Zo wordt hij tenminste ingeschreven wanneer hij als twintigjarige "Soldaat in 't Battelj. van Hr. Genr. Major Bekker" op 9 december 1753 voor het eerst in het huwelijk treedt.
Joannes Hessingh, de overspelige verwekker van Paulus, was in 1733 al sinds 1722 getrouwd met Willemijntje Pot en had met haar ook al drie kinderen: Thomas (~25-4-1722), Elisabetha ~(2-9-1725) en Petronilla (~12-12-1726). Blijkbaar is hij na zijn slippertje met Joanna weer teruggekeerd naar zijn gezin, want hij kreeg met Willemijntje nog vier kinderen: Lijsbet (~6-4-1735), Joannes (~20-9-1737), Wilhelmus (~16-8-1740) en Aleijdis (~8-5-1743). Willemijntje wordt op 29 april 1748 begraven te Utrecht ("[...] Willemijntje Post, huijsvr: van N: Hessingh, in 't Drakenborg-steegje, ges: door orde van den Ed: Achtb: Gerechte") en de vermelding zelf geeft te denken: waar normaliter wordt vermeld dat iemand man en eventueel (on)mondige kinderen nalaat, wordt hier volstaan met de melding dat de begrafenis op last van het Gerecht heeft plaatsgevonden.
Wat daarna gebeurde, had ik niet verwacht.
Huwelijksinschrijving Johannes Hessing en Joanna van Dulleke |
Op 4 april 1750 treden Johannes Hessing en Joanna van Dulleke alsnog in het huwelijk, bijna 17 jaar na de doop van hun eerste kind. En daar blijft het niet bij: op 16 september 1752, ruim 19 jaar na hun eerste kind, laten ze hun tweede kind Hubertus dopen.
Uiteindelijk was Johannes langer getrouwd met de vrouw met wie hij ooit overspel beging dan met zijn eerste echtgenote (30 jaar tegen 26 jaar). Of het gezamenlijke kind hem "tot inkeer" heeft gebracht of dat er tussen Johannes en Joanna sprake was van ware liefde, waarbij een eerder huwelijk een hindernis bleek, zullen we nooit weten.
Joanna van Dulleke wordt op 25 augustus 1780 te Utrecht begraven ("Johanna van Dulken huisvrouw van Jan Hessingh in het Passerburgsteegje laat na haar man en meerderjarige kinderen en een minderjarig kindskind is begraven gratis") en Johannes op 18 april 1784.
De oudste zoon Paulus overlijdt zelfs vóór zijn ouders en wordt op 2 mei 1780 te Utrecht begraven. De jongste zoon Hubertus trouwt in 1777 met een Hendrica Vollenhove en overlijdt in 1801. Hun zoon Hubertus trouwt overigens óók met een Hendrica Vollenhove.
maandag 8 augustus 2022
Zomertijd - kwartierstaat-tijd (4) - de ene kwartierstaat is de andere niet
PIKwa
Voortgang PIKwa 2013-2022 |
Kwartieren van mijn kwartierstaat |
De andere kwartierstaat - en de verschillen
zaterdag 6 augustus 2022
Varen onder een valse naam
Het was mij bekend dat matrozen ook al in de VOC-tijd "geronseld" werden: 's avonds hadden ze vrij drinken in een kroeg en maakten daarvan gretig gebruik, de volgende ochtend werden ze wakker van het schommelen van een schip op de rede van waar-dan-ook. Ook wist ik dat wat vermogender ouders een vervanger, een remplaçant betaalden om de dienstplicht in de Nationale Militie in plaats van hun zoon te volbrengen. Ten slotte ken ik de verhalen van vrouwen die koste wat het kost wilden aanmonsteren als bemanningslid op een schip en zich daartoe uitgaven voor een man.
Wat ik echter niet wist, is dat zeelieden onder de naam van een ander als matroos of soldaat naar Oost-Indië voeren. Toch bleek dat het geval, dat vervolgens jaren later aanleiding gaf tot een tweetal akten, opgesteld door een Utrechtse notaris, in opdracht van de moeder van de vervanger in kwestie.
Het gaat om Jacobus Jansz Boshuijsen (Utrecht, tussen 1709 en 1715 - Ternate, 14 mei 1756), een zoon van Johannes Boshuijsen (? - Utrecht, 24-7-1737) en Lucia (Sijgje) van Renode (? - Utrecht, 26-2-1771), de nummers 344 en 345 (generatie IX) in de kwartierstaat van mijn zwager. Jacobus had op 21 mei 1739 aangemonsterd op het schip de Bethlehem van de kamer Amsterdam van de VOC en vertrok op 21 mei 1739 onder kapitein Jan van der Straten vanaf de rede van Texel met bestemming Batavia, waar het op 24 januari 1740 arriveerde (er werd van van 17/10/1739 tot 11/11/1739 op Kaap de Goede Hoop doorgebracht, waarschijnlijk voor bevoorrading en om te wachten op gunstige wind). Uiteindelijk voer het verder naar Canton in China, waarvandaan het op 10 december 1740 terugkeerde en uiteindelijk op 29 juli 1741 weer op de rede van Texel aankwam. Jacobus gaf zich uit voor Hendrik Meijer uit Nijmegen en als begunstigde werd een Adriaan Meijer vermeld.
Inschrijving "Hendrik Meijer uit Nijmegen" bij de VOC |
Overigens moet Jacobus Boshuijsen in Batavia al van boord gegaan zijn, aangezien de afrekeningen uit het VOC-soldijboek over de jaren 1741 tot en met 1755 bedragen vermelden waarbij vermeld is dat Jacobus eerst 4 1/2 maand op Ternate (een eiland in de Molukken) verblijft en dat vervolgens met steeds 12 maanden verlengt. Mogelijk was hij soldaat in Fort Oranje, het hoofdkwartier van de VOC op de Molukken.
De rede van Ternate (tekening uit 1724) |
Zijn familie moet uiteindelijk via via van Jacobus' overlijden hebben vernomen en waarschijnlijk kwamen ze al snel tot de conclusie dat er nog geld te erven was. Geld dat uiteraard niet terecht moest komen bij begunstigde Adriaan Meijer. Dit leidt in 1763 tot een tweetal notariële akten.
Eerst laat moeder Sijgje van Renode op 3 mei 1763 in een akte van bekendheid Willem Bruijnell (74 jaar oud) en Herman van Rossum (64 jaar oud) verklaren hoe de familieverhoudingen in elkaar zitten: vader Johannes Boshuijsen senior is overleden, dat Sijgje zelf daarna niet hertrouwd is en dat Jacobus, die in 1740 met het schip Bethlehem van de VOC-kamer Amsterdam als matroos naar Indië gevaren is, nog twee broers, drie zussen en de enige zoon van een overleden broer als erfgenamen heeft: Dirk Boshuijsen, Antoni Boshuijsen, Cornelia Boshuijsen gehuwd met Gijsbertus Tielant, Johanna Boshuijsen gehuwd met Leenderd Camerling, Stijntje Boshuijsen gehuwd met Jan Bruijnen en Johannes Boshuijsen, de enige zoon van de ook reeds overleden zoon en broer Johannes Boshuijsen junior.
Vervolgens wordt in een tweede akte op 19 mei 1763 daadwerkelijk een vordering bij de kamer Amsterdam van de VOC gedaan om "sodanige somme van penningen als boven gemelte Jacobus Boshuijsen wegens verdient gagement" toekomen te verkrijgen en daartoe ook een procureur te machtigen. Aangezien alle in de akte vermelde erfgenamen blijkbaar aanwezig waren bij het opstellen ervan, kunnen we zien wie het schrijven wel of niet machtig was.
De erfgenamen van Jacobus Boshuijsen |
Hierbij zie we dat moeder Sijgje van Renode, zoon Dirk en zowel dochter Cornelia als schoonzoon Gijsbertus Tielant niet kunnen schrijven, maar alle anderen wel, hoewel niet allemaal even geoefend.
Uiteindelijk blijkt het te gaan om een bedrag van ruim 375 gulden (huidige waarde ruim E 4.000,=), dat op 5 juli 1763 aan de familie (via de gemachtigde Adrianus Meijer) wordt uitbetaald.
dinsdag 19 juli 2022
Gerritje Willems Westland: "in onegt" geboren
Pas toen ik de overlijdensakten van de stamboom Schaap uit Huizen aan het verwerken was, viel het me op dat van Gerritje Willems Westland (~2 juni 1754 +17 januari 1832) niet alleen de vader onbekend is, maar ook dat haar moeder een "Jannetje G: Schaap" is.
Doopinschrijving Gerritje, dochter van Jannetje G: Schaap in 1754 |
Huwelijken en kinderen
De naam van de vader
De naam van de moeder
Een oplossing?
Een verbinding tussen twee families Schaap?
zaterdag 16 juli 2022
Stamboom Schaap uit Huizen: drie maal de noorderzon
Gerrit Lambertsz Bunschoten (~27-7-1777)
Cornelis van Leeuwen (*20-11-1823)
Jasper Lambertsz Schaap die "... sedert jaren zijne woonplaats Hilversum verlaten heeft en geene bekende woonplaats binnen het koningrijk heeft" |
Jasper Lambertsz Schaap (*1-9-1835)
maandag 13 juni 2022
De man van tante Jo (heropend)
Het aardige van genealogie is dat je in feite nooit "klaar" bent. Er is vrijwel geen aspect van het stamboomonderzoek dat je niet nog een stapje verder of een tikje meer compleet kunt maken.
Hetzelfde geldt voor de informatie over Joseph Victor Amadeo Lambert Muijser (1875-1957), "de man van tante Jo". Van zijn vader, Jacob Lambert Muijser (1818-1904), is bekend dat hij naast Controleur en Kassier van `s Konings Hofhouding ook kunstliefhebber en kunsthandelaar was en bovendien bevriend met de schilder Jozef Israëls, die zijn portret schilderde. Maar wie waren diens ouders en uit wat voor soort familie kwam hij?
Tot recent waren mij van Jacob Lambert's ouders alleen de namen bekend: Jacob Bernard Muijser en Hendrika Boom. Door nader onderzoek bleek zelfs dit niet geheel te kloppen en kwam er nog het nodige vermeldenswaardige aan het licht. We beginnen bij de geboorteakte van Jacob Lambert: op het moment van aangifte is de vader, Jacob Muijser, Eerste Luitenant bij het 4e regiment Lichte Dragonders, in garnizoen gelegen te Venlo, 44 jaar oud. De moeder, Hendrika Boom, is tien jaar jonger. Jacob Lambert is niet het eerste kind van Jacob en Hendrika: op 20 september 1815 wordt hun zoon Jacobus geboren te Zaltbommel (hij overlijdt aldaar op 29 december van dat jaar) en op 30 januari 1817 wordt te Venlo Anna Theodora geboren (ze overlijdt al op 28 februari). Alleen Jacob Lambert blijft in leven. Ook de vermelding van de "status" van de moeder verschilt: in Zaltbommel heten Jacob en Hendrika "egtelieden", terwijl in Venlo in 1818 van Hendrika wordt gezegd "de welke hij verklaard zijne huisvrouw te zijn".
Dragonders van het 4e Regiment |
Uit zijn stamboek blijkt dat Jacob meestal weg van huis was: in 1797 "geembarqueert op de Rhede van Texel", in 1799 op campagne in Noord-Holland, in 1800 op campagne in Friesland, in 1805 geembarkeerd op Den Helder en vervolgens echt op pad: Oostenrijk (1805), Pruisen (1806) en Zweeds Pommeren (1807). In 1809 is hij terug in Zeeland en in 1815, nadat hij in 1813 weer teruggekeerd is in Nederlandse dienst, vecht hij mee in de Slag bij Waterloo. Hij raakt daar ernstig gewond: "Een Kartis Kogel door de regter heup bij Waterlo en een paard onder het lijf doodgeschoten". Op 31 oktober 1820 wordt hij gepensioneerd.
Fragment militair stamboek Jacobus Muijser |
Vermoedelijk was er bij Jacob weinig animo om bij zijn wettige vrouw in Den Haag te zijn: Hendrika is al in 1815 bij hem in Zaltbommel en later ook in Venlo. Bij het huwelijk van zijn zoon uit het 1e huwelijk geeft Jacob toestemming via de notaris. Na een eerste huwelijk van ruim 25 jaar trouwt Jacob in 1823 met Hendrika, met wie hij bijna 33 jaar gehuwd zal zijn. In 1856, bij het huwelijk van Jacob Lambert, woont het echtpaar in Brummen (in de buurtschap Rhienderen), waar Jacob op 23 januari 1857 overlijdt. Hendrika overlijdt op 21 november 1869 te ’s-Gravenhage, ruim 89 jaar oud!
Hoewel het Militaire Stamboek vermeldt dat Jacob is geboren op 23 april 1775, klopt dat niet. Hij wordt op 5 april 1774 te Arnhem RK gedoopt als zoon van Bernardus Muijser en Johanna van Hummel.
Doop Jacobus Muijser in Arnhem |
Doop Bernardus Muiser in Praest bij Emmerich |
Begraven Jacobus Muiser (60 jaar) te Duiven |
Bernardus overlijdt te Zevenaar op 17 mei 1819, bijna 85 jaar oud. Zijn dochter Helena Maria, geboren in 1812 en overleden in 1904, wordt zelfs 92 jaar oud!
In het RK trouwregister van Praest is ook nog te vinden dat Jacobus en Joanna Helena daar trouwen op 14 juli 1722. Na enig zoekwerk vond ik in de registers van Praest ook de doop van Jacobus sr op 12 december 1694 als zoon van Gerlach Muser/Meuser/Muiser en Henderina/Henrike Dickman.
Doop Jacobus Muiser op 12 december 1694 |
Hun eerste kind wordt gedoopt in 1692, maar het Trouwregister begint pas in 1693, zodat we vanaf hier waarschijnlijk niet verder komen.
De stamreeks van "de man van tante Jo" is dan als volgt:
Joseph Victor Amadeo Lambert Muijser (* 's-Gravenhage 17-5-1875 † 's-Gravenhage 23-8-1957) [x Barneveld 6-7-1917 Johanna van den Born]
Jacob Lambert Muijser (* Venlo 15-6-1818 † ’s-Gravenhage 1-1-1904) [x 's-Gravenhage 20-8-1856 Sarah Louisa Jeanette Catherine Trossarello]
Jacobus Bernardi Muijser (~ Arnhem 5-4-1774 † Brummen 23-1-1857) [x Venlo 8-8-1823 Hendrika Uilenreef]
Bernardus Jacobi Muiser (~ Praest 30-5-1734 † Zevenaar 17-5-1819) [x Johanna van Hummel]
Jacobus Gerlaci Muiser (~ Praest 12-12-1694 † Duiven 4-7-1760) [x Praest 14-7-1722 Johanna Helena Beijers]
Gerlach Muiser/Muser [x Hendrina Dickman]