zondag 20 maart 2022

Willem Cornelis van der Kamp in Amsterdam: dakloos, Volkslogement, Binnengasthuis, kerkhof

Van Willem Cornelis van der Kamp (geboren Arnhem 29-6-1863 als jongste zoon van Johan van der Kamp (1826-1885) en Johanna van den Born (1824-1878)) waren mij de datum en de plaats van overlijden lange tijd onbekend. Mijn oog viel op deze omissie bij het doornemen van mijn meest recente artikel in Veluwse Geslachten en ik besloot opnieuw een zoekpoging te wagen.

Deze keer had ik vrijwel meteen beet: in de inschrijving van Willem in het bevolkingsregister van Amsterdam wordt - naast zijn beroep: hij was colporteur - ook zijn overlijdensdatum vermeld.

Inschrijving Willem Cornelis van der Kamp in bevolkingsregister Amsterdam

Dankzij de uitstekende beschikbaarheid van de akten van de Burgerlijke Stand via het Stadsarchief Amsterdam vond ik ook al snel de overlijdensakte.

Overlijdensakte Willem Cornelis van der Kamp

Behalve het feit dat als geboorteplaats abusievelijk Haarlem vermeld is (waarschijnlijk doordat "Arnhem" verkeerd verstaan is), blijkt uit de aangevers en de plaats van overlijden (namelijk door opzichters in het Binnengasthuis), alsmede het aangegeven woonadres Warmoesstraat 136, dat Willem sinds zijn vestiging in Amsterdam op 26 oktober 1899 allesbehalve in goeden doen was. Nadere bestudering van de inschrijving in het bevolkingsregister leerde mij dat ook daar zijn woonadres al de Warmoesstraat was, met als toevoeging "W Ephraim / Logt Metropool".

Het Volkslogement "Metropool" van het Leger des Heils

Het Volkslogement Metropool van het Leger des Heils, aan Warmoesstraat 136, bood de allerarmsten van Amsterdam een slaapplaats en een maaltijd. Het logement aan de Warmoesstraat werd in 1911 gesloopt, om plaats te maken voor de Effectenbeurs. Het Volkslogement Metropool verhuisde daarna naar de Spuistraat.

‘Onder dak’: een prent van de slaapzaal van het Leger des Heils aan de Warmoesstraat, rond 1900. De daklozen slapen er dicht op elkaar. Achter de bedden hangen hun kleren.

Zoals op de tekening hierboven te zien is, was het Volkslogement een uiterst basale voorziening, waar van privacy geen enkele sprake was. Het moet Willem wel buitengewoon slecht gegaan zijn dat hij hier terechtkwam. Ook hier levert de inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk wat extra "kleur": daarin wordt immers aangegeven dat hij zich op 17 november 1899 inschreef, maar al sinds 26 oktober van dat jaar, dus al ruim drie weken, zich in Amsterdam bevond. Waarschijnlijk leefde hij, na tevergeefs te hebben geprobeerd woonruimte te vinden, inmiddels op straat. Het Leger des Heils zal hem, na hem onderdak te hebben gegeven, ook hebben ingeschreven.

Binnengasthuis

De vermelding van het Binnengasthuis in de overlijdensakte maakt nieuwsgierig hoe Willem daar terechtkwam. De betreffende inschrijving maakt ons echter niet veel wijzer.

Inschrijving Willem Cornelis van der Kamp in het Binnengasthuis

Hij blijkt te zijn binnengekomen op 30 december 1899 en op 1 januari 1900 door het Leger des Heils weer te zijn opgehaald. Gezien de overlijdensdatum van een dag later, 2 januari 1900 om 19.30 uur, zal hij mogelijk op 2 januari opnieuw zijn binnengebracht in het gasthuis, maar niet opnieuw ingeschreven. Waarschijnlijk ging het al zo slecht met hem dat overlijden slechts een kwestie van tijd was. Misschien ook waren de twee aangevers ook de mensen die hem naar het gasthuis brachten en is hij zelfs tijdens die tocht overleden.

Uitbreiding van het Binnengasthuis in 1875

Zoals bovenstaande plattegrond van de uitbreiding van 1875 laat zien was ook toen het ziekenhuiscomplex vrij uitgebreid. Te voet is het van het Volkslogement ongeveer tien minuten naar de Oudemanhuispoort, maar waarschijnlijk lag de eigenlijke ziekenzaal wat verder weg en zal men ook niet heel snel hebben kunnen lopen met een doodzieke patiënt (naar ik me voorstel op een kar). Een tocht van een half uur is daarom zeker mogelijk.

Waar Willem uiteindelijk begraven is, is niet meer te achterhalen. Hij was ongehuwd en pas 36 jaar oud. Zijn oudere zus Johanna Elisabeth, woonde (ook ongehuwd) destijds bij een familie Grollé op de Hoofdstraat in Velp. Zij overleed, als laatste van het gezin, in 1929 te Nijmegen.